Onbegrijpelijke beelden in Den Haag
Historische beelden toegankelijker maken voor Hagenezen door er meer uitleg bij te geven. Dat is het idee van de Haagse ChristenUnie/SGP-fractie. Een tochtje met fractievoorzitter W. Pijl langs onbekende, onbegrijpelijke beelden.
Op het Plein staat een beeld van Willem van Oranje. Pijl bekijkt kritisch de begeleidende tekst op het werk en merkt op dat Oranjes sterfjaar ontbreekt. „Het was wel leuk geweest als dat jaar ook vermeld werd: 10 juli 1584.”
Aan parate geschiedkundige kennis ontbreekt het Pijl niet. Mede daarom stoort het hem dat er tegenwoordig zo slordig wordt omgesprongen met het historisch besef. „Dit is namelijk wel de stichter van het vrije en onafhankelijke Nederland en de stichter van ons vorstenhuis, maar daarover vinden we niets terug bij dit beeld.”
Pijl vindt dat er meer uitleg moet komen, vooral bij historische beelden. Of dat nu met behulp van een boekje of bordjes bij de werken gebeurt, maakt hem niet zo veel uit. „Waar het om gaat, is dat je beelden die zo’n grote culturele waarde hebben, zo dicht mogelijk bij de burgers en toeristen brengt. Ook fantasie moet in goede banen worden geleid.”
Daarmee pareert de voorman van de Haagse ChristenUnie/SGP meteen de kritiek die hij van directeur Van Krimpen van het Gemeentemuseum kreeg: dat beelden de fantasie van mensen moeten prikkelen en dat daarom geen uitgebreide uitleg noodzakelijk is. Pijl: „Als je een beeld niet begrijpt, sla je de plank toch finaal mis. Ik wil uitleg en misschien ook nog wat over de kunstenaar en zijn motivatie te weten komen.”
Ook over de tijdelijke beeldententoonstelling ”De paleistuin” aan de Lange Vijverberg (bij de Hofvijver) en het Lange Voorhout wil Pijl graag meer informatie. Bij de Hofvijver kijken twee toeristen wat verdwaasd om zich heen. De dames uit Naaldwijk zijn speciaal voor de beeldententoonstelling naar de hofstad gekomen, maar hebben geen idee waar de expositie begint en eindigt. „Een krantje met uitleg voor toeristen was wel prettig geweest. Dat is er normaal gesproken ook, aan het begin van de Lange Vijverberg, maar we zouden niet weten waar we dat nu moeten vinden”, stellen de dames vast. Ook zij vinden dat er bij de beelden best wat meer tekst en uitleg mag komen. Die blijft nu beperkt tot de titel van het werk, het materiaal waarvan het is gemaakt en de naam van de kunstenaar. „Jammer, we zouden best meer willen weten.”
Even later onderwerpt Pijl het historische beeld van Johan de Witt aan een kritische blik. „Geen woord erover dat hij hier in 1672 wegens landverraad een kopje kleiner is gemaakt”, stelt Pijl vast. Wel staat er een tekst van William Temple op: „Hij was een volmaakt staatsman.” Maar wie was die Temple dan en waarom juist deze tekst? „Zo begrijpt de gemiddelde toeschouwer er niets van”, zegt Pijl.
Even verderop, aan het Spui, volgt nog een aantal moderne beelden, waaronder een van Karel Appel. Meer dan wat vage begeleidende teksten zijn er niet. Pijl vindt dat zijn punt is gemaakt: „Het is onbegrijpelijk dat Den Haag geen begrijpelijke en verklarende teksten bij zijn zo belangrijke culturele erfgoed in de openbare ruimte plaatst.”