Het Algerijnse leger bombardeerde vorige week donderdag drie jeeps nabij de grens met Mali, waarna de veronderstelde rebellen terugsloegen door een raket op een van de helikopters af te vuren. Hierdoor kwam een Algerijnse officier om het leven. Het leger was dinsdag – een nationale feestdag in Algerije – niet beschikbaar voor commentaar. Het aangevallen konvooi was waarschijnlijk van de Salafistengroep voor Prediking en Strijd (GSPC), een organisatie die sinds 1992 tegen de Algerijnse regering strijdt en mogelijk banden onderhoudt met het terreurnetwerk Al–Qaida.

Enkele dagen geleden eindigde een drie weken durende terreuroefening van het Amerikaanse leger en militairen uit negen Afrikaanse landen, waaronder Algerije en Mali. Volgens de Verenigde Staten is 25 procent van de buitenlandse strijders die het in Irak tegen de Amerikanen opnemen afkomstig uit Noord–Afrikaanse landen. Een deel van hen keert getraind en wel terug naar het land van herkomst, om zich bij radicale islamitische groepen als de GSPC aan te sluiten.