Een Duitser, die onroerend goed in Nederland bezit, had in ‘Luxemburg’ geklaagd over het feit dat hij geen recht had op een belastingvrije som, maar het Hof heeft hem in het ongelijk gesteld.

Volgens de Nederlandse fiscus hebben buitenlanders die in Nederland een huis bezitten, alleen recht op een belastingvrije som als minstens 90 procent van hun totale vermogen in Nederland is gelegen. In het geval van de klagende Duitser was dat maar 10 procent. De Duitser meende dat de Nederlandse regeling niet strookt met Europese verdragen. Hij voelde zich gediscrimineerd: ten opzichte van Nederlanders, die wel een belastingvrije voet hebben, en ten opzichte van bijvoorbeeld Belgen, die dankzij een verdrag tussen Nederland en België van een gunstiger regeling profiteren.

Het Hof vindt echter dat de voordeeltjes van zo’n verdrag niet gelden voor bewoners van andere landen. Voor staatssecretaris Wijn van Financiën is dat een belangrijke principiële uitspraak, aldus zijn woordvoerder. Een voor Nederland negatief arrest zou grote problemen hebben veroorzaakt in het stelsel van belastingverdragen die Nederland met bijna tachtig landen heeft afgesloten. „Hiermee is voorkomen dat mensen gaan shoppen in verdragen, waarbij ze kijken welk verdrag voor hen het gunstigst is en daar de beste elementen uit halen", legt de woordvoerder uit.