Kaliningrad vierde drie dagen feest om te herdenken dat de stad in 1255 werd gegrondvest door de Teutoonse Ridderorde. De festiviteiten werden bijgewoond door vertegenwoordigers van alle 89 Russische regio’s en waren kennelijk bedoeld om de hechtheid van de relatie tussen Rusland en Oostzee-enclave te beklemtonen. Schröder noemde de uitnodiging van Poetin „een groot gebaar’”, maar dit weerhield hem er niet van op te merken dat Kaliningrad „in zijn hart altijd Koningsberg is gebleven.” Königsburg was de hoofdstad van Oost-Pruisen totdat de stad in 1945 door het Sovjetleger werd bezet.

De drie leiders woonden ’s middags een bijeenkomst bij in de universiteit van de stad, die werd omgedoopt in Immanuel Kant-universiteit. Verder werd uitvoerig gesproken over de relatie tussen Rusland en de Europese Unie, Irak, Iran, de aanstaande top van de G-8 en de Duitse wens lid te worden van de VN-Veiligheidsraad.

Poetin verdedigde het Russische besluit van vorige maand om een ontwerpgrensverdrag met Estland af te wijzen. Moskou was gepikeerd over een voorstel van Estlandse parlementariërs om een verklaring over de Sovjetbezetting in het verdrag op te nemen.

Poetin had de presidenten van Polen en Litouwen niet uitgenodigd, een omissie die hem de kritiek opleverde dat hij te weinig aandacht besteedt aan zijn naaste buren in het Westen, beide voormalige Sovjetrepublieken. Poetin hield het erop dat de herdenking „een interne Russische aangelegenheid” was.

De status van Kaliningrad heeft geleid tot problemen in de relatie tussen de EU en Rusland, omdat Moskou speciale regels wil voor het verkeer van goederen en mensen van en naar Kaliningrad. Het verkeer gaat grotendeels via Litouwen.