Washington onderzoekt verleden Ahmadinejad
De Amerikaanse regering onderzoekt of de nieuwe president van Iran inderdaad betrokken was bij de gijzeling van Amerikanen in Teheran een kwarteeuw geleden. Enkele oud-gijzelaars zeggen dat zij Ahmadinejad herkennen als een van de aanvoerders van deze actie.
„Ik weet niet of de beweringen kloppen, maar het is duidelijk dat deze beschuldiging tal van vragen oproept”, aldus president Bush donderdag. Op 4 november 1979 werd de Amerikaanse ambassade in Teheran bestormd door radicale studenten. Tweeënvijftig Amerikanen werden vervolgens 444 dagen lang gegijzeld. De actie was een „vergelding” voor de weigering van Amerika om de afgezette Iraanse leider Shah Mohammed Reza Pahlevi aan het nieuwe radicale Iraanse moslimregime uit te leveren.
De gijzeling en alle publiciteit daaromheen, plus het onvermogen van Washington om een eind aan de actie te maken, waren volgens velen indertijd de belangrijkste factor voor het verlies van de Democraat Jimmy Carter in zijn verkiezingsstrijd tegen de Republikein Ronald Reagan. Het was een diep vernederende actie voor Amerika en deze episode heeft voor politiek Amerika trauma’s veroorzaakt die nog steeds nawerken. Zou Ahmadinejad daadwerkelijk een leidende rol bij de gijzeling hebben gespeeld, dan zou dat niet gunstig zijn voor de toch al moeizame verhoudingen tussen Washington en Teheran.
Nationaal veiligheidsadviseur Stephen Hadley benadrukte donderdag overigens dat Washington met Teheran zal moeten samenwerken, of Ahmadinejad nu wel of niet bij de gijzeling betrokken was. „Voorlopig gaat het overigens nog maar om beschuldigingen en niet om feiten”, aldus Hadley.
De Amerikaanse inlichtingendiensten graven in hun archieven naar mogelijk materiaal dat antwoord kan geven op de vragen over de rol van Ahmadinejad. De nieuwgekozen Iraanse president lijkt op een bebaarde jonge man die op een foto van 9 november 1979 te zien is. De man toont daarbij een Amerikaanse gijzelaar aan een menigte buiten de ambassade.
Mahmud Ahmadinejad was volgens voormalige gijzelnemers wel lid van de radicale studentenorganisatie die de gijzelingsactie plande, maar was er niet direct bij betrokken. Hij zou namelijk de voorkeur gegeven hebben aan acties tegen de Sovjet-ambassade, omdat hij „linksen en communisten” gevaarlijker vond dan Amerikanen. Hij vreesde bovendien -nog steeds volgens Iraanse bronnen- dat zo’n provocerende actie tegenover Amerika een veel te negatieve weerslag zou hebben op de betrekkingen van het nieuwe Iraanse moslimregime met de buitenwereld.