Parlementslid gedood in Irak
Een Iraaks parlementslid, zijn zoon en twee lijfwachten zijn dinsdag om het leven gekomen bij een aanslag met een autobom. Vier lijfwachten raakten gewond. De aanslag werd gepleegd in Rashidiya, 35 kilometer ten noordoosten van de hoofdstad Bagdad. Het slachtoffer, de sjiiet Dhari Ali al–Fayadh, en zijn zoon waren op weg naar het parlement in Bagdad.
De groep Al–Qaida in Irak claimde de verantwoordelijkheid voor de aanslag op Al–Fayadh in een verklaring die via internet werd verspreid. De echtheid van de verklaring viel niet te verifiëren.
Al–Fayadh was ver in de 80 en het oudste lid van het drie maanden geleden genstalleerde parlement. Hij was lid van de Opperste Raad van de Islamitische Revolutie in Irak, de grootste sjiitische partij van het land. Ook was hij een hoge sjeik van de Al–Boamer–stam in de regio Mahmoudiya, een broeinest van soennitische opstandelingen ten zuiden van Bagdad. Tot de Al–Boamer–stam behoren zowel sjiieten als soennieten.
Bij een autobomaanslag in Baqouba ten noorden Bagdad vielen zeker vijf doden en negen gewonden. De bom ontplofte op amper vijftien meter van een politiebureau, zei een politiewoordvoerder. Twee andere autobommen explodeerden bij een benzinestation en in het centrum; niemand raakte gewond omdat de politie de omgeving had kunnen afzetten.
In het noorden van Irak kwam een Amerikaanse militair om het leven toen een zelfmoordterrorist een autobom deed ontploffen. Een collega van de militair raakte gewond bij de aanslag, in Balad, zo’n tachtig kilometer ten noorden van Bagdad.
Bij een controlepost in de stad Musayyib, zo’n zestig kilometer ten zuiden van Bagdad, werd een politieman gedood bij een zelfmoordaanslag. Zeven van zijn collega’s raakten gewond, aldus politiewoordvoerders. In de noordelijke stad Kirkuk reed een zelfmoordenaar in op een konvooi dat de chef van de Iraakse verkeerspolitie, brigade–generaal Salar Ahmed, vervoerde. Een van de lijfwachten van Ahmed en een burger kwamen bij de aanslag om het leven en drie lijfwachten en Ahmed zelf raakten gewond.
In een poging de Iraakse opstand te bedwingen is het Amerikaanse leger dinsdag in samenwerking met Iraakse troepen een nieuw offensief begonnen in de westelijke provincie Anbar, genaamd Operatie Zwaard. De operatie richt zich met name op het gebied tussen de dorpen Hit en Haditha, zo’n tweehonderd kilometer ten noordwesten van Bagdad, dat wordt gezien als een broeinest van opstandelingen. De laatste weken zijn ook twee andere grote operaties uitgevoerd, die de namen Speer en Dolk droegen. Om de vele opstandelingen die tijdens deze operaties gevangen zijn genomen onder te kunnen brengen, heeft het Amerikaanse leger maandag aangekondigd de totale gevangeniscapaciteit in Irak uit te breiden tot zo’n 16.000 gedetineerden.
Japanse militairen die gelegerd zijn in de zuidelijke stad Samawah zullen uit veiligheidsoverwegingen tijdelijk op hun basis blijven. Dit in verband met een aanslag afgelopen donderdag op een Japans militair voertuig. Dat maakte het Japanse leger dinsdag bekend. De Japanners zijn met ongeveer vijfhonderd militairen in Irak aanwezig om humanitaire hulp te verlenen. Zij repareren scholen, bouwen openbare voorzieningen en zorgen voor schoon drinkwater.
Het Bosnische ministerie van buitenlandse zaken maakte dinsdag bekend dat op 15 juni het eerste Bosnische slachtoffer in Irak is gevallen. De man werkte voor een Amerikaans bedrijf en kwam bij een bomaanslag zo’n zestig kilometer buiten Bagdad om het leven.