De militaire rechtbank veegde het argument van de verdediging van tafel, dat Hurndall niet direct als gevolg van handelingen van zijn cliënt was gestorven maar door medische fouten in het ziekenhuis. De krijgsraad achtte bewezen dat de militair, Wahid Taysir, met een scherpschuttersgeweer met telescoopvizier gericht op de Brit had geschoten.

Daarnaast oordeelde de rechtbank dat de militair een „verwarde en zelfs zielige” lezing van de gebeurtenissen had gegeven en verklaarde hij hem schuldig aan belemmering van de rechtsgang, meineed en onbetamelijk gedrag. De krijgsraad doelde op een bekentenis van Taysir, waarin hij zei dat hij Hurndall een lesje wilde leren omdat hij zich in verboden gebied had begeven. Taysir beweerde dat hij 10 centimeter naast het hoofd van de Brit had gemikt om hem schrik aan te jagen, maar hem per ongeluk had geraakt.

Het tribunaal bepaalt half augustus welke straf Taysir krijgt. De ex-militair behoort tot de Arabische bedoeïenenminderheid in Israël. Hij beschuldigde het leger van racisme en beweerde dat hij werd vervolgd omdat hij Arabier is en het slachtoffer een buitenlander was.

Een collega-soldaat, Aymad Atawna, is al veroordeeld omdat hij een valse verklaring had afgelegd om Taysir te beschermen.

Hurndall kwam om in het vluchtelingenkamp Rafah, waar hij het werk fotografeerde van de Internationale Solidariteitsbeweging (ISM). Activisten van ISM stellen zich vaak op tussen Israëlische troepen en Palestijnen om Israëlische militaire operaties te verhinderen. Volgens ooggetuigen werd Hurndall geraakt terwijl hij Palestijnse kinderen probeerde weg te houden van Israëlische tanks.

De vader van Hurndall, Anthony, zei dat met het vonnis maar „beperkt recht is gedaan.” Hij zei dat ondanks vele verzoeken niet al het bewijsmateriaal boven tafel is gekomen, „en wij denken dat dit nog verder omhoog in de bevelsketen gaat.”

Volgens bronnen bij de krijgsraad wordt het vonnis tegen Taysir op 5 juli uitgesproken.