Dat hebben Afghaanse functionarissen donderdag laten weten.

Een woordvoerder van het Afghaanse ministerie van Defensie noemde de operatie een groot succes voor de regering. „Gezien het aantal mannen dat zij hebben verloren, kunnen we zeggen dat hun ruggengraat is gebroken”, zei hij. De Taliban spreken de verliezen tegen.

Afghaanse functionarissen meldden verder dat mogelijk vier topcommandanten van het voormalige fundamentalistische regime zijn omsingeld. Het zou onder anderen gaan om mullah Brother, een zwager van mullah Omar, en om mullah Dadullah. Ook hij is een vertrouweling van de leider van de Taliban, die tot de Amerikaanse invasie in 2001 de dienst uitmaakten in het Centraal-Aziatische land.

Het offensief is een van de grootste militaire operaties in Afghanistan van de afgelopen twee jaar. In het gebied, dat grenst aan de provincies Kandahar, Zabul en Uruzgan, zijn zeker 200 Afghaanse militairen en een veelvoud daarvan aan Amerikanen actief. Britse gevechtsvliegtuigen geven luchtsteun, aldus een woordvoerster van het Britse leger.

Het geweld in het oosten en het zuiden van Afghanistan is de afgelopen maanden na een winterstop weer opgelaaid. Vrijwel iedere dag worden hevige gevechten gemeld. Vorige week bezetten de Taliban de hoofdstad van het district Mian Nishin, vlak bij het voormalige Taliban-bolwerk Kandahar. De herovering door Amerikaanse en Afghaanse militairen was het begin van het huidige offensief.

Het aanhoudende geweld heeft de spanningen tussen Afghanistan en Pakistan verder doen oplopen. De Afghaanse regering vindt dat Islamabad te weinig actie onderneemt tegen opstandelingen die zich schuilhouden in het onherbergzame grensgebied tussen beide landen.

De Pakistaanse president Pervez Musharraf had donderdag voor de tweede keer in drie dagen tijd telefonisch contact met zijn Afghaanse collega Hamid Karzai. Hij verzekerde hem dat Pakistan de Afghaanse inspanningen voor stabiliteit en welvaart zal blijven steunen.

In Afghanistan worden in september parlementsverkiezingen gehouden. De vrees bestaat dat de Taliban de stembusgang met geweld zullen proberen te verstoren, hoewel de presidentsverkiezingen vorig jaar tot veler verrassing zonder veel incidenten verliepen. Na Nederland en Roemenië kondigde gisteren ook Spanje aan extra troepen te sturen om ook deze verkiezingen in goede banen te leiden.

De gouverneur van Uruzgan maakte donderdag bekend dat een kandidaat bij de parlementsverkiezingen in deze centraal gelegen provincie woensdagavond door onbekenden is doodgeschoten. De moord op Haji Mohammad Wali was volgens de gouverneur het werk van de Taliban. In mei werd in de provincie Ghazni, ten zuidwesten van de hoofdstad Kabul, ook een verkiezingskandidaat vermoord.

De ministers van Buitenlandse Zaken van de G-8, de zeven belangrijkste industrielanden en Rusland, beloofden donderdag dat zij Afghanistan ook na de stembusgang in september blijven steunen. De G-8-bewindslieden feliciteerden Kabul met de „opmerkelijke vooruitgang” die is geboekt, vooral tegen de drugshandel, maar waarschuwden dat „serieuze uitdagingen” blijven bestaan.

De Russische president Poetin liet zich donderdag in Moskou een stuk kritischer uit over de situatie in Afghanistan. Volgens Poetin worden in Afghaanse kampen nog altijd terroristen opgeleid, met buitenlandse steun, en kent het land nog steeds een bloeiende drugshandel. Hij noemde de Amerikaanse aanpak van terroristen weinig effectief.