V-raad breidt missie in Haïti noodgedwongen uit
De VN-Veiligheidsraad gaat ermee akkoord de vredesmissie in Haïti met 1075 man uit te breiden. Woensdag stemde de V-raad unaniem in met resolutie 1608. Reden is het toenemende geweld in het land, waar van 9 oktober tot 13 november verkiezingen worden gehouden. Er zijn dringend troepen nodig om die nog enige kans van slagen te geven. De chaos op het eiland neemt namelijk met de dag toe.
Een dagelijks beeld in de Haïtiaanse stad Saint-Marc: een wirwar van voetgangers, fietsers en toeterende automobilisten. Te midden van al dat gewoel is er één punt van rust: de vesting van de blauwhelmen, zwaar beschermd door zandzakken en prikkeldraad. Nieuwsgierige kinderen praten met de buitenlandse militairen die de vrede in hun land moeten bewaren.
Maar de blauwhelmen beseffen zelf best dat ze machteloos zijn. Daarom zal de door de Brazilianen geleide VN-missie in Haïti qua militair personeel worden opgetrokken van 6700 naar 7500 man. Het aantal politieagenten zal van 1622 naar 1897 stijgen. Dit alles omdat de zogeheten Minustah-missie, zoals de aanwezigheid van de VN in Haïti heet, vat moet zien te krijgen op de talloze gewapende bendes van onder anderen ex-soldaten, misdaadsyndicaten en aanhangers van de vorig jaar afgezette president Aristide.
Dagelijks worden er in de hoofdstad Port-au-Prince mensen ontvoerd. Ook de blauwhelmen zijn het doelwit geworden. De afgelopen dagen raakten twee Peruaanse VN-militairen bij incidenten gewond. Twee Srilankaanse collega’s overkwam hetzelfde doordat hun voertuigen onder vuur werden genomen, en in april kwam een Filipijnse VN-vredessoldaat om het leven. Dit alles maakt de sfeer er in het Caraïbische halfeilandje natuurlijk niet prettiger op.
Op 9 oktober worden in Haïti lokale verkiezingen gehouden; op 13 november volgt de eerste ronde van de parlementaire en presidentiële verkiezingen - die de democratie in het land moeten terugbrengen. De inauguratie van een nieuwe president is voorzien voor 7 februari 2006 en tot die tijd blijft de Minustah in Haïti, met het zicht op een verlenging.
Door de onveiligheid in het land en de logistieke problemen lijkt verkiezingen organiseren momenteel onmogelijk. Slechts 65.000 mensen van de 3 miljoen te registreren kiezers konden zich laten intekenen. De radicale stroming binnen Aristides partij, Lavalas, weigert mee te doen aan de verkiezingen. De lokale afdelingen van de partij organiseren allerlei protesten om Aristides terugkeer te eisen. De harde kern onder de radicalen, de chimièresofwel ”kwade monsters”, gaan tot het uiterste en tergen de bevolking.
Ook de actieve en mondige groep ballingen in de VS, onder wie voormalige ministers, behoren tot de zogenoemde Lavalassiens die pleiten voor een terugkeer van de in 1990 voor het eerst gekozen rode priester en tegen de verkiezingen. Een van de radicale voormannen is Gérard Jean-Juste, een priester die berucht is in zowel Haïti als Florida. Hij zat dit jaar zeven weken in voorarrest, omdat hij ervan werd verdacht een van de aanstokers te zijn van het pro-Aristide-geweld.
Senator Gérald Gilles, Lavalas-aanhanger van het eerste uur en een medestander van Aristide, vindt dat Lavalas moet afstappen van de verkiezingsboycot. Hij meent dat Lavalas en Haïti een terugkeer van Aristide kunnen missen als kiespijn. De machtsstructuren van Lavalas richtten bendes op om de oppositie en deloyale Lavalas-leden te intimideren.
De bendes werden aanvankelijk geleid door werknemers van staatsinstellingen. Zij lopen voorop in de pro-Aristide-demonstraties. Ze hebben het gezelschap gekregen van duizenden jongeren die niets omhanden hebben.
De politieke cultuur van Haïti is gebaseerd op geweld. Intolerantie en polarisering hadden steeds de overhand op het beleid. In plaats van de problemen op het eiland aan te pakken, nemen de politieke leiders van Haïti elkaar voortdurend onder vuur. Zes maanden voor de algemene verkiezingen ziet het politieke landschap er weinig veelbelovend uit.
Het stijgende aantal bootvluchtelingen dat het eiland probeert te ontvluchten, is een andere indicatie van de ellende die de Haïtianen teistert. Er moet ook dringend duidelijkheid komen over de schuld van politieke prominenten als voormalig premier Yvon Neptune. Die zit al elf maanden vast zonder vorm van proces. Twee maanden geleden pas werd Neptune beschuldigd van medeplichtigheid aan moordpartijen in Saint-Marc. Die hadden plaats tijdens de legeropstand die Aristide uiteindelijk op de vlucht joeg.
Neptune is in hongerstaking uit protest tegen het uitblijven van zijn proces. Er is alvast één positieve ontwikkeling: het vertrek van minister van Justitie Bernard Gousse, vorige week. Deze man gebruikte zijn bevoegdheden bijna uitsluitend om Neptune en andere leiders van Aristides partij Lavalas aan te pakken.
In de achterliggende 200 jaar heeft Haïti 45 staatshoofden gekend, meestal dictators. Slechts vijf maakten hun ambtstermijn af. De rest kwam om het leven of ging in ballingschap. Dat laatste vaak met behulp van buitenlandse mogendheden zoals Frankrijk of de Verenigde Staten. Een halfjaar voor de verkiezingen ziet het politieke landschap er, met 91 geregistreerde partijen, belabberd uit.
Chavannes Jeune is predikant van de Mission Evangelical Baptist Church en tegelijk een vooraanstaande protestantse kandidaat voor het presidentschap. Iemand met een absolute, door VS-evangelicals geïnspireerde, bevlogenheid. Op de vraag of Haïti in nood is, zegt hij: „Ja, vanwege onze voorvaders, die toen zij hun onafhankelijkheid vierden, besloten Haïti op te dragen aan een voodoogeest.”
Jeune heeft slechts één doel voor ogen: „Haïti terug te winnen voor onze Heer en God.”