Beurs van China in beweging
De Chinese beurs is in beweging. Op de handelsvloeren in Sjengzhen en Sjanghai zijn binnenkort nieuwe aandelen te koop die nu nog in handen zijn van de staat. De kleine beleggers zijn echter bang dat de waarde van hun stukken zal dalen.
Eigenlijk zijn er in China drie beurzen waar in aandelen wordt gehandeld. De belangrijkste is die in Hongkong (Hang Seng-index), waar de handel volgens internationale standaarden verloopt en waar vooral institutionele beleggers actief zijn.
De beurzen in Sjanghai en Sjengzhen zijn van een heel ander slag. Hun structuur is direct gerelateerd aan de recente geschiedenis van China, waar de economie voor een aanzienlijk deel nog vanuit Peking wordt gestuurd. Het zijn vooral individuele beleggers die er in aandelen mogen handelen. Voor buitenlanders gelden beperkingen.
Hoewel de beurs in Hongkong op dit moment bepaald niet stilzit (er zijn deze maand een aantal beursgangen van formaat), gaat veel aandacht momenteel uit naar Sjengzhen en Sjanghai wegens het herplaatsen van aandelen van de staat. Onlangs werden 42 ondernemingen uitgekozen waarvan niet-verhandelbare aandelen de markt opgaan. Deze ondernemingen hebben samen een marktwaarde van 36,5 miljard dollar (30 miljard euro).
Aan de beurzen van Sjanghai en Sjengzhen staan ongeveer 1200 bedrijven genoteerd, waarvan de staat de meeste controleert. Van de aandelen van deze ondernemingen is tweederde niet verhandelbaar.
Door meer aandelen vrij te gaan verhandelen, moet de beursstructuur in China gezonder worden. De rol van de staat moet kleiner en bovendien moet de transparantie over het reilen en zeilen van deze ondernemingen groter worden. Ten slotte zullen de aandeelhouders zich meer gaan roeren naarmate hun aantal toeneemt.
In de aanloop naar het vrijgeven van de niet-verhandelbare aandelen is de handel in de 42 betrokken fondsen opgeschort tot nader order. Wat er met de koersen gaat gebeuren als de aandelen vrij de markt opkomen, is intussen de vraag. De bezitters van vrije aandelen maken zich grote zorgen. Zij zijn bang dat de waarde van hun belegging gaat kelderen. Een aantal van de betrokken ondernemingen heeft hun aandeelhouders intussen compensatie aangeboden.
Het is overigens niet de eerste keer dat de Chinese staat niet-verhandelbare aandelen op de markt brengt. Vorige maand werden vier ondernemingen geselecteerd, maar in vergelijking met de nieuwe lichting waren dat vrij kleine jongens. Tot de nieuwe lichting behoren onder meer staalgigant Baoshan Iron & Steel en elektriciteitsmaatschappij Yangtze Power.
Los van het compensatievraagstuk is het vrijgeven van niet-verhandelbare aandelen volgens analisten een stap voorwaarts. Ze spreken over een belangrijke hervorming van de Chinese kapitaalmarkt, al is het nog maar een begin. Analist Cheuk Wan Fan van ABN AMRO in Hongkong wijst erop dat de 42 ondernemingen die nu zijn uitgekozen 3 procent vormen van alle fondsen die op de Chinese beurzen worden verhandeld. „Er is nog een lange weg te gaan”, aldus Fan.