CGB: Wet wijzigen met het oog op de SGP
Politiek Den Haag moet de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) aanpassen zodat verenigingen intern geen onderscheid meer kunnen maken naar geslacht of ras. Dan kan de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) klachten tegen de SGP over discrimatie van vrouwen in behandeling nemen, iets wat nu nog onmogelijk is.
Het voorstel tot zo’n wetswijziging staat in het evaluatieverslag over de afgelopen vijf jaar van de CGB. Het verslag is dinsdag aangeboden aan minister Pechtold (Bestuurlijke Vernieuwing).
Volgens commissievoorzitter mr. A. G. Castermans moet de politiek zich de vraag stellen of het gewenst is dat verenigingen mensen, bijvoorbeeld op grond van geslacht of ras, ongelijk mogen behandelen „zonder hierover verantwoording te hoeven afleggen.” Hij wil niet elke vereniging verhinderen op bepaalde gronden onderscheid te maken, maar wel verenigingen „die een open en zakelijk karakter hebben.”
Castermans windt er geen doekjes om: de praktijk binnen de SGP is voor hem een belangrijke aanleiding om de reikwijdte van de vrijheid van vereniging ter discussie te stellen. Hij ervaart het als onbevredigend dat hij in 2001 een klacht tegen de SGP niet in behandeling kon nemen omdat de SGP als vereniging en politieke partij buiten de reikwijdte van de AWGB valt. Door het aanpassen van de AWGB zou dit ’euvel’ verholpen worden, aldus Castermans.
In de Tweede Kamer ontmoet de aanbeveling van Castermans bij een aantal partijen begrip. VVD-kamerlid Luchtenveld erkent weliswaar dat we bij de SGP „met een historisch gegroeide situatie” te maken hebben, maar vindt toch dat het weren van vrouwen als lid door die partij „op termijn moet verdwijnen.” „Ik zou het dus niet verkeerd vinden als er regels komen die dat bevorderen.”
D66-kamerlid Van der Laan aarzelt om de weg in te slaan van het inperken van het verenigingsrecht. „De essentie daarvan is toch dat je zelf mag kiezen welk soort vereniging je wilt hebben.” Wel is het haar stellige overtuiging dat de overheid een partij die vrouwen discrimineert, niet zou moeten subsidiëren. „De subsidie had wat mij betreft al jaren geleden stopgezet moeten worden. In het buitenland snapt men er niets van dat wij een partij als de SGP accepteren.” Van der Laan wil de suggestie van Castermans in haar fractie aan de orde stellen.
PvdA-kamerlid Bussemaker vindt dat de politiek over de kwestie SGP „een principieel debat moet voeren. We moeten niet zeggen: Het is een historisch erfgoed dat bij Nederland hoort en dat zichzelf op den duur wel oplost. Dat argument vervalt nu het niet ondenkbaar is dat moslimpartijen zich gaan aandienen. Wat we in dergelijke partijen eventueel willen verbieden, kunnen we de SGP niet toestaan.”
CDA-kamerlid Çörüz voelt niets voor het inperken van het recht op vereniging. „Laten we, als het enigszins kan, verenigingen en clubs vooral de ruimte en de tijd gunnen om zelf intern debat te voeren over dit soort zaken. Wat heeft het voor waarde als we allerlei dingen met regels gaan afdwingen, terwijl mensen er toch niet met hun hart naar gaan handelen? Democratie betekent voor mij discussie en debat.”
SGP-voorzitter Kolijn verbaast zich erover dat de voorzitter van de CGB „nu toch weer een hiërarchie wil aanbrengen in de grondrechten, terwijl de politiek recent nog uitgesproken heeft dit niet te willen.” Het kabinet heeft bij monde van ex-minister De Graaf in zijn grondrechtennota duidelijk voor die lijn gekozen, stelt Kolijn.
Volgens SGP-kamerlid Van der Staaij ís het debat dat Castermans bepleit allang gevoerd. „Dit is geen omissie in de wet, maar het is een bewuste keuze van de politiek geweest bij het totstandkomen van de AWGB.” Volgens Van der Staaij is hier grote terughoudendheid vereist omdat én de vrijheid van godsdienst én de vrijheid van vereniging in het geding is. „Waarbij met de vrijheid van vereniging nog behoedzamer moet worden omgesprongen als het om politieke partijen gaat.”
Het voorstel van Castermans laat precies zien „welke moeite wij met deze commissie altijd gehad hebben, namelijk dat zij niet alleen een functie zou krijgen bij de uitvoering van de AWGB, maar ook als aanjager ervan zou gaan dienen.” Hij krijgt het gevoel dat de commissie „haar eigen straatje schoon wil vegen, in de zin van: wij konden bij de klacht tegen de SGP niets doen, maar we staan wel aan de goede kant, hoor.”