Leider Iraakse verzet in Mosul gearresteerd
In de Noord–Iraakse stad Mosul is een van de naaste medewerkers van de Jordaanse topterrorist Abu Musab al–Zarqawi opgepakt. Volgens het Amerikaanse leger was hij de leider van het verzet in de derde stad van Irak en verantwoordelijk voor talloze aanslagen op Iraakse en Amerikaanse doelen.
De Amerikaanse strijdkrachten maakten de arrestatie van Abu Talha donderdag bekend. Volgens een verklaring is Mohammed Khalif Shaiker, zoals zijn echte naam luidt, al–Zarqawi’s meest vertrouwde agent in Irak. Zijn arrestatie zou „een grote klap voor al–Qaeda in Irak" zijn.
Volgens de Amerikanen heeft Abu Talha zich zonder verzet overgegeven aan Iraakse en Amerikaanse troepen. Zijn aanhouding was volgens een Amerikaanse generaal het resultaat van onder meer tips van de plaatselijke bevolking.
Abu Talha sliep volgens zijn naaste medewerkers nooit langer dan een nacht op een bepaalde plek, en droeg altijd een gordel met explosieven om zich indien nodig van het leven te beroven. Hij zou dinsdag zijn gearresteerd in een „rustige wijk" van Mosul.
Anderhalve week geleden werd in Mosul al een andere belangrijke medewerker al–Zarqawi, bekend als mullah Mehdi, opgepakt. Al–Zarqawi, de leider van al–Qaeda in Irak, zou de afgelopen maand gewond zijn geraakt. De Amerikanen hebben een beloning van 25 miljoen dollar op zijn hoofd gezet.
In Mosul werden donderdagochtend nog de hoogste strafrechter van de stad en zijn chauffeur doodgeschoten in een Palestijnse wijk. Hun auto werd onder vuur genomen door schutters in een passerende auto, meldde de plaatselijke politie.
In Ramadi, een haard van verzet in het westen van Irak, zijn vijf Amerikaanse militairen omgekomen toen ze met hun voertuig op een bom reden, die langs de kant van de weg was geplaatst. Een Amerikaanse legerwoordvoerder meldde donderdag dat het incident de dag ervoor plaatshad tijdens gevechtsoperaties. Volgens de zegsman is woensdag bij een ander incident in de stad een Amerikaanse matroos doodgeschoten.
Afgelopen donderdag kwamen in Haqlaniya, in de buurt van Ramadi, ook al vijf Amerikaanse militairen om het leven toen hun legervoertuig werd opgeblazen door een bom langs de weg. Sinds het begin van de invasie in Irak in maart 2003 zijn al meer dan 1700 Amerikaanse militairen omgekomen bij aanslagen en gevechtshandelingen.
Een zelfmoordaanslag in de Iraakse hoofdstad Bagdad heeft donderdag zeker zes levens geëist. Minstens 25 mensen raakten gewond toen een autobom explodeerde. De aanslag was gericht tegen agenten, maakte het ministerie van Binnenlandse Zaken bekend.
De aanslag had plaats op de beruchte weg naar het vliegveld. De autobom ontplofte op het moment dat er verscheidene politievoertuigen langsreden. Bij de slachtoffers zou het allemaal gaan om leden van de ordetroepen.
Woensdag pleegden opstandelingen ook al een aanslag op agenten in Bagdad. Toen kwamen tien mensen om en raakten meer dan twintig mensen gewond.
De dagelijkse aanslagen en moordpartijen zijn voor het overgrote deel het werk van soennitische opstandelingen die onder de vlag van al–Qaeda en al–Zarqawi opereren. Met de geweldsspiraal proberen zij de nieuwe politiek machtsorde, waarin de soennitische minderheid een marginale rol speelt, te destabiliseren.
De soennieten, die tot de val van Saddam Hussein in 2003 de macht in handen hadden, boycotte de verkiezingen in januari, naar eigen zeggen wegens het aanhoudende geweld. Daardoor is de bevolkingsgroep ondervertegenwoordigd in de Nationale Assemblee.
In het Iraakse parlement wordt al wekenlang onderhandeld om de soennieten meer bij het politieke proces te betrekken. Leiders van de sjiitische, Koerdische en soennistische partijen in Irak hebben donderdag afgesproken om de soennistische rol bij het ontwerpen van de Iraakse grondwet te vergroten, meldden soennitische vertegenwoordigers.
De soennieten krijgen vijftien zetels in de 55–koppige raad die de grondwet gaat ontwerpen, in plaats van de eerder afgesproken twee zetels. Verder mogen zij tien adviseurs afvaardigen.