Karadzic moest zich behelpen met te kleine T-shirts
Radovan Karadzic had „voorlopig genoeg sokken.” De T-shirts die zijn vrouw echter gestuurd heeft, zijn „misschien wel twee maten te klein”, terwijl XXL voor de gekleurde overhemden dan weer „een beetje groot” is.
Dit zijn citaten uit brieven die de voortvluchtige ex-president van de Bosnische Serviërs in de periode tussen april 2001 en december 2002 heeft gestuurd aan zijn vrouw Ljiljana.
De Britse krant The Times, die daaruit dinsdag citeerde, zegt dat zij de serie brieven heeft gekregen van degenen die jacht op Karadzic maken. Mogelijk zijn de brieven afkomstig van de talrijke huiszoekingen die de internationale vredesmacht in Bosnië bij de familie Karadzic heeft gedaan.
De brieven zijn volgens de krant op dit tijdstip uitgelekt, omdat het 11 juli tien jaar geleden is dat het bloedbad in Srebrenica plaatshad. Op deze wijze willen degenen die de brieven aan The Times hebben gegeven, de aandacht op Karadzic te vestigen. De brieven werden naar verluidt door speciale koeriers bij Ljiljana afgeleverd.
Karadzic zegt de emoties van een „bruisende vulkaan” te koesteren voor de vrouw, die hij de liefste mens op aarde vindt. „Ik hou van jou en ik zoen je in mijn gedachten”, aldus Radovan Karadzic, psycholoog en dichter. Verder schrijft hij naar een ontmoeting te verlangen. Hoewel Karadzic in zijn brieven melding maakt van een ontmoeting met zijn vrouw, beweert deze echter dat ze haar man in geen vijf jaar heeft gezien.
Over zijn schuilplaats schrijft Karadzic dat er een bataljon voor nodig is om deze te ontdekken. „Natuurlijk is voorzichtigheid noodzakelijk, maar er is geen reden voor angst en paranoia.” Hij vertrouwt erop dat God hem „beveiligt en sterkt.”
Karadzic maakt zich in zijn brieven kwaad over de voormalige Bosnisch-Servische president Biljana Plavsic, die zichzelf aangaf bij het Joegoslavië-tribunaal. Karadzic omschrijft haar als een „seniele, misleide en angstige oude vrouw.”
Het Joegoslavië-tribunaal verdenkt Karadzic onder meer van de moord op de duizenden moslimmannen en -jongens uit Srebrenica in juli 1995 en van andere wreedheden tijdens de Bosnische oorlog, die duurde van 1992 tot 1995.
De broer van de ex-president, Luka Karadzic, zei dinsdag tegen het presbureau Associated Press dat zijn broer zich nooit vrijwillig zal overgeven aan het Joegoslavië-tribunaal. „Mijn broer heeft het strategische besluit genomen zich nooit over te geven aan het tribunaal in Den Haag”, zei Luka Karadzic. „Als hij zichzelf zou overgeven, zou hij zijn volk en God verraden, die hem al zo lang beschermen tegen zijn vijanden.”