Boliviaans ongeduld en wantrouwen jegens Rodriguez
De Boliviaanse indianenleider Felipe Quispe verwacht geen heil van interim-president Carlos Rodriguez Veltze. Volgens Quispe is de voormalige opperrechter „bij toeval” in het presidentiële paleis terechtgekomen en is hij, net als zijn voorgangers, „een dienstbode” van het internationale grootkapitaal.
„Wanneer president Rodriguez niet onmiddellijk de bodemschatten van ons land nationaliseert, zullen wij ook hem uit de macht stoten”, aldus Quispe, die samen met Evo Morales, de voorman van de socialistische beweging MAS, leidinggaf aan de manifestaties en stakingen die de vorige president een kleine week geleden tot aftreden dwongen.
President Eduardo Rodriguez begaf zich zondag naar de stad El Alto, een desolate vlakte aan de noordrand van La Paz, waar meer dan 1 miljoen straatarme en nu vooral ook ongeduldige mensen wonen, om daar in gesprek te komen met de organisatoren van de rellen.
In El Alto kreeg het staatshoofd te horen dat hij vaart moet zetten achter het uitschrijven van verkiezingen. De machtige activisten van de slaapstad El Alto vertelden de president verder dat hij niet mag treuzelen met de nationalisatie van de olie en het aardgas.
„Ogenschijnlijk is Rodriguez bereid onze eisen in te willigen. Maar wij blijven alert en behouden ons het recht voor om in opstand te komen, mocht ook deze president de wil van het volk negeren”, aldus Abel Mamani, die aan het hoofd staat van de plaatselijke buurtvereniging, de motor achter de onlusten.
Voor donderdag kondigde Mamani daarom weer een grootschalige protestmars aan die honderdduizenden indianen vanuit El Alto naar het regeringscentrum in La Paz moet leiden, waar zij de president op luidruchtige manier willen herinneren aan hun eisen.
Hoewel de indiaanse leiders aandringen op vervroegde verkiezingen, die de interim-president ook grondwettelijk verplicht is uit te schrijven binnen zes maanden na zijn aantreden, valt hun populariteit nogal tegen. Dit is te meer verrassend gezien het indrukwekkende vermogen van Felipe Quispe, Evo Morales en andere activisten om mensenmassa’s te mobiliseren.
Een maandag gepubliceerde opiniepeiling concludeert dat veruit de meeste kiezers van Bolivia weinig tot niets moeten hebben van almaar radicalere indiaanse leiders. MAS-lijsttrekker Evo Morales zou op nog geen 6 procent van de stemmen kunnen rekenen, terwijl de juist afgetreden president Carlos Mesa bovenaan staat in het kiezersonderzoek.
Ook oud-president Jorge Quiroga, die het land tussen 2001 en 2002 bestuurde, staat in de gunst van de kiezers. Zelfs de succesvolle ondernemer Samuel Medina, eigenaar van een cementfabriek, kan de kiezers van Bolivia meer bekoren dan Morales.
Opvallend is dat bijna eenderde van de geraadpleegde kiezers alle vertrouwen in de politiek heeft opgegeven en laat weten op geen enkele kandidaat te gaan stemmen.
„Het resultaat van de opiniepeiling bevestigt mijn eerdere vermoedens dat het Bolivia ontbreekt aan politieke leiders die het land kunnen samenbrengen. Het electoraat is welhaast hopeloos verdeeld, terwijl politieke groepen elkaar niet met argumenten, maar met leuzen en straatstenen bekogelen”, aldus politiek analist Alvaro Garcia van de San Andres-universiteit in La Paz.
De recente protestgolf, die bijna een maand aanhield, heeft bovendien gezorgd voor een verdere radicalisering van de indiaanse beweging. Evo Morales zag zich links voorbijgestreefd door activisten als Abel Mamani uit El Alto en Jaime Solaris, de strijdlustige aanvoerder van de COB-vakcentrale.
Mamani en Solaris verlangen niet alleen verkiezingen, maar willen ook de grondwet herschrijven. Beiden zien eigenlijk weinig of niets in het huidige politieke bestel en pleiten voor de oprichting van een indiaanse republiek. Mamani en Solaris vertegenwoordigen de groeiende groep van Boliviaanse kiezers voor wie de democratie reeds heeft afgedaan.
Vooral Abel Mamani windt er geen doekjes om: de komende verkiezingen zijn voor hem louter een instrument om de gevestigde politieke orde op te blazen.
„Het probleem is dat geen van de meer radicale indiaanse leiders de verkiezingen kan winnen zonder ook een deel van de overwegend blanke middenklasse achter zich te krijgen. Maar die neigt nu naar meer gematigde politici als de oud-presidenten Mesa en Quiroga. Van Evo Morales moeten zij steeds minder hebben, vooral na de recente protesten die het leven in de steden wekenlang danig ontregelden”, zo stelt Roberto Laserna van het Millennium Instituut in Cochabamba.
Voor Laserna is het grootste probleem waarmee Bolivia thans kampt het van de straat halen van de politiek. „Het kan natuurlijk niet zo zijn dat de grootste schreeuwers het beleid voorschrijven, zoals dat nu gebeurt”, aldus Roberto Laserna.
Wanneer de indiaanse leiders hun zin niet krijgen, blijft Bolivia volstrekt onbestuurbaar. Dat is overigens een normale toestand voor het land. Sinds zijn onafhankelijkheid van Spanje in 1825 heeft Bolivia reeds meer dan 200 staatsgrepen of andersoortige bruuske machtswendingen gekend.
Maar er zijn ook twee kleine lichtpuntjes in de huidige crisis te ontwaren. Zo onthoudt de regering zich van het nemen van geweldsmaatregelen. Bij de protesten, stakingen en wegblokkades van de afgelopen weken hield de politie zich grotendeels afzijdig, waardoor zware confrontaties uitbleven.
Een andere positieve noot is dat het leger zich afzijdig houdt. De generaals van Bolivia verklaarden verschillende malen dat zij louter oog hebben voor de constitutionele orde en dat het verder aan de burgermaatschappij is om daar invulling aan te geven. Wel verklaarden de legerleiders dat zij zullen optreden zodra het voortbestaan van de staat in het geding komt. Het lijkt erop dat dit moment steeds dichterbij komt.