Sudan opent dinsdag Darfur–gerechtshof
Sudan opent dinsdag een speciale rechtbank voor de berechting van mensen die worden verdacht van oorlogsmisdaden in de regio Darfur. Volgens de Sudanese regering is het eigen rechtssysteem competent genoeg. De rechtbank behandelt onder meer moorden en plunderingen die de afgelopen twee jaar in de West–Sudanese regio zijn gepleegd.
De Sudanese minister Yassin van Justitie zei maandag op een persconferentie dat een groep van 160 verdachten dinsdag voor de speciale rechtbank zal verschijnen. Waarvoor ze precies worden vervolgd is niet bekend. Volgens de bewindsman is een team van vijf aanklagers geformeerd.
Darfur is sinds begin 2003 het toneel van gevechten tussen Arabische pro–regeringsmilities en losgeslagen rebellen. Vooral de zwarte lokale bevolking is slachtoffer van het geweld. In twee jaar zijn meer dan 180.000 mensen gedood en twee miljoen mensen zijn op de vlucht geslagen. Boeren durven niet meer naar hun land en vrouwen lopen grote kans te worden verkracht.
Het Sudanese onderzoek staat los van dat van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag. Dat begon vorige week een officieel onderzoek naar de situatie in Darfur. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties besloot eerder dit jaar de zaak–Darfur aan het Strafhof voor te leggen, zodat vervolging van misdadigers mogelijk is. Veel verdachten die al zijn genoemd in een VN–onderzoek bevinden zich aan de kant van de regering en haar agressieve Janjaweed–milities.
Mensenrechtenorganisatie Amnesty International riep Sudan eerder op samen te werken met het Strafhof. De Sudanese regering heeft echter laten weten dat rechtszaken in Den Haag tegen Sudanese burgers onaanvaardbaar zijn. Sudan zal dan ook geen eigen burgers uitleveren. De SLM, de belangrijkste zwarte rebellenbeweging van Darfur, beloofde op haar beurt volledige en onvoorwaardelijke samenwerking met het ICC.