Huisarts azc wapent zich tegen klacht
Een huisarts uit Renkum die medische zorg aan asielzoekers verleent, stond zaterdag terecht tijdens een zitting van het regionaal tuchtcollege in Zwolle. Hij ontkent dat hij darmkanker bij een inmiddels overleden asielzoeker had moeten onderkennen.
Tegen hem werd een klacht ingediend wegens „slechte” bejegening en behandeling, die het overlijden van een man aan darmkanker tot gevolg had.
De huisarts meent dat hij op grond van de geuite klachten en inwendig onderzoek tijdens het eerste consult niet kon vermoeden dat er een tumor was. „Het is jammerlijk misgelopen, maar hij heeft niet onverantwoord gehandeld”, aldus zijn raadsman.
De 39-jarige man was pas een paar weken in Nederland toen hij eind 2003 een bezoek bracht aan de huisarts. Hij klaagde over ernstig bloedverlies en een opgezwollen buik en was door de Medische Opvang Asielzoekers (MOA) naar de arts gestuurd.
Er vonden twee consulten plaats. De eerste maal liet de huisarts alleen de klachten vertalen en vond hij verder tolken niet nodig. De keer erop was er helemaal geen tolk geregeld en zei hij tegen de man dat hij een andere keer terug moest komen. Hij maakte geen nieuwe afspraak met de man, noch gaf hij het voorval door aan het MOA.
Pas na een verhuizing -kort erop- naar een ander AZC, werd een andere huisarts bezocht. Die verwees de man naar het ziekenhuis, waar bleek dat de man aan darmkanker leed. Enkele maanden na een operatie overleed hij.
Toen er bij het tweede consult geen tolk aanwezig was werd de broer van de man -die ook tolk is- ingeschakeld. Die zei tegen de huisarts dat hij wel de klachten van zijn zwager wilde vertalen, maar vanwege de familierelatie niet verder zou gaan dan dat. „U kunt ook ad hoc een tolk inschakelen”, gaf hij als advies en hij neemt het de huisarts nu kwalijk dat hij dat niet heeft geprobeerd. „Hij geeft de schuld aan anderen, niet aan zichzelf. Is een mensenleven niet waard om een telefoontje te plegen?”
De vrouw van de overleden echtgenoot vindt dat de huisarts haar man vanwege de slechtecommunicatie had moeten verwijzen naar het ziekenhuis.
Uitspraak 21 juli.