Ba’ath-partij Syrië wil soepeler wetten
Syrië gaat de noodwetgeving aanpassen die sinds 1963 van kracht is. Dat heeft de regerende Ba’ath-partij na haar vierdaagse congres besloten, aldus de staatstelevisie donderdag. Bovendien moet er meer vrijheid voor politieke partijen en de media komen.
De noodwet wordt beperkt tot schendingen van de nationale veiligheid. Op dit moment kunnen mensen volgens de noodwet zonder aanklacht worden opgepakt en veroordeeld door staatsveiligheidsrechtbanken. Politieke activisten pleitten al heel lang voor afschaffing van de wet.
Verder stelt de Ba’ath-partij voor onafhankelijke politieke partijen toe te staan. Voorwaarde zou wel zijn dat ze niet zijn gebaseerd op politieke of etnische belangen. In Syrië zijn nu tien partijen actief, maar die opereren allemaal onder de hoede van de regerende Ba’ath, wier leidende rol in de grondwet is vastgelegd.
De partij regeert sinds 1963, maar de macht in het land ligt feitelijk bij de clan rond de familie Al-Assad. Onder Hafez al-Assad, vader van de huidige president, was er geen sprake van oppositie. Die verdween destijds in de gevangenis. Hafez’ opvolger en zoon Bashar staat meer vrijheden toe.
De media moeten meer vrijheid van handelen krijgen, aldus de partij. Er moet een hoge raad voor informatie komen en particuliere media moeten „in de toekomst een essentiële rol gaan spelen” in het medialandschap. Er zouden onder meer private satellietzenders worden toegelaten.
De Ba’ath-partij wil verder de verhouding met Washington verbeteren. De partij „riep op om de nadruk te leggen op een constructieve dialoog met de Verenigde Staten en wederzijdse bezoeken op alle niveaus aan te moedigen”, meldde de televisie. De relatie is de afgelopen jaren snel verslechterd.
Vooral na de Amerikaanse inval in Irak bekoelde de relatie tussen Washington en Damascus. Syrië treedt volgens de Amerikanen onvoldoende op tegen Iraakse opstandelingen. Ook eisten de VS de terugtrekking uit Libanon en het beëindigen van steun aan radicale Palestijnse groepen.
Op binnenlands terrein wil de Ba’ath-partij de verhoudingen met de Koerdische minderheid verbeteren. Een volkstelling uit 1962 moet worden herzien, waardoor zeker 200.000 statenloze Koerden het staatsburgerschap zouden kunnen krijgen. In Syrië wonen circa 1,7 miljoen Koerden.