Tientallen doden door aanslagen in Irak
Bij vier zelfmoordaanslagen in Noord–Irak zijn dinsdag zeker 22 doden gevallen. Elders in het land kwamen drie Irakezen en twee Amerikaanse mariniers om het leven.
De slachtoffers van de aanslagen in Noord–Irak zijn bijna allemaal militairen. Zij kwamen om toen bij Kirkuk vier autobommen bijna tegelijkertijd ontploften bij controleposten van het leger en bij een steunpunt van het Amerikaanse leger. Bijna veertig mensen raakten door de aanslagen gewond. De blokkades lagen op invalswegen in het oosten, noorden en westen van de soennitische stad. Bij een zelfmoordaanslag kwamen hier op 11 mei al 32 mensen om. Onder de slachtoffers zijn ook de vier daders die hun auto’s tot ontploffing hadden gebracht.
In Ramadi kwamen volgens een woordvoerder van een ziekenhuis twee Iraakse burgers om het leven die waren verzeild in een vuurgevecht tussen rebellen en Amerikaanse militairen. In Bagdad kostten aanslagen het leven aan een werknemers van het ministerie van Buitenlandse Zaken, een politieman en een burger.
In Fallujah sneuvelde een Amerikaanse marinier bij een bomexplosie. Ook overleed een Amerikaanse marinier aan de verwondingen die hij zondag had opgelopen bij een aanslag op zijn konvooi. Volgens het Pentagon zijn er 1674 Amerikaanse militairen omgekomen sinds het begin van de Amerikaanse operaties in Irak, in maart 2003.
In de zuidelijke stad Basra werd dinsdag een soennitische geestelijke vermoord. Dat heeft familie van de man dinsdag bekendgemaakt. Het is de laatste in een reeks moordaanslagen op religieuze figuren waardoor het sektarisch geweld in Irak steeds meer toeneemt. Volgens getuigen namen mannen in politie–uniform Salam Abdul–Karim zondag mee uit zijn huis. Een dag later werd zijn lichaam gevonden.