De deelnemers aan de rouwstoet in Sentani zwaaiden met separatistische vlaggen en scandeerden woorden zoals „vrijheid" terwijl zij zich bij het lokale parlementsgebouw verzamelden, waar het lichaam van de 64-jarige Eluay lag opgebaard. Eluay werd zaterdag dood aangetroffen in zijn auto, die in een ravijn was gestort. Hij zou enkele uren eerder door onbekenden zijn ontvoerd.

De politie zei aanvankelijk dat Eluay was gewurgd. Het persbureau Antara meldde echter dat in het voorlopige rapport van de lijkschouwer wurging wordt uitgesloten en dat wordt verondersteld dat Eluay is gestikt. De Indonesische parlementsvoorzitter Akbar Tandjung in Jakarta sprak van moord en suggereerde dat deze een politieke achtergrond heeft. De politie zei echter geen verdachten te hebben en wijst erop dat niemand de verantwoordelijkheid heeft opgeëist.

Eluay’s weduwe Yaneke zei dat haar man zaterdag had gedineerd met officieren van het Indonesische leger en heeft beschuldigingen geuit tegen het elitekorps Kopassus. Brigadegeneraal Agustadi, commandant van de legereenheden in Irian Jaya, ontkent nadrukkelijk iedere betrokkenheid van het leger.

De Indonesische president, Megawati Sukarnoputri, uitte gisteren haar condoleances. Zij zei dat uitgezocht moet worden wat er met Eluay is gebeurd, meldde het Japanse persbureau Kyodo.

In Jayapura heerste een gespannen sfeer. Sommige scholen zijn voor onbepaalde tijd gesloten. De familie wil Eluay op 1 december begraven. Het is dan veertig jaar geleden dat separatistische Papoea’s de onafhankelijkheid van hun woongebied uitriepen.

Veel Papoea’s zijn woedend over het verlies van hun leider. In Sentani staken aanhangers zondag twaalf winkeltjes op de markt, twee banken en een hotel in brand. Er zouden geen doden of gewonden zijn gevallen.

Vragen Tweede Kamer
In de Tweede Kamer in Den Haag is ontsteld gereageerd op de moord op Eluay. Op initiatief van het ChristenUnie-kamerlid Van Middelkoop zijn schriftelijke vragen ingediend bij minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken. De vragen zijn ondertekend door kamerleden van alle fracties.

De Kamer wil van Van Aartsen weten of het wellicht zo is dat „de Indonesische militaire autoriteiten hierin de hand zouden kunnen hebben gehad." De Nederlandse volksvertegenwoordigers vrezen dat de moord aanleiding kan zijn voor „groeiende spanningen en gewelddadige reacties en tegenreacties tussen de Papoea-bevolking en de militaire autoriteiten." Minister Van Aartsen moet van de Kamer opheldering gaan vragen bij de Indonesische regering en aandringen op berechting van de daders en het voorkomen van „wellicht een dreigend bloedbad."