Vice-president Syrië wil ambt neerleggen
De Syrische vice-president Abdel-Halim ibn Said Khaddam heeft geopperd zijn ambt neer te leggen. Bronnen op het congres van de Syrische regeringspartij Ba’ath hebben dit maandag verklaard.
Khaddam is al sinds maart 1984 vice-president, toen Syrië nog onder leiding stond van de vader van de huidige president Bashar al-Assad, Hafez al-Assad.
De in 1932 geboren Khaddam geldt als een lid van de oude garde die voorstander is gebleven van een harde lijn in de binnenlandse en de buitenlandse politiek. Zijn naam is nauw verbonden met de pas beëindigde militaire inmenging in het buurland Libanon. In de jaren zeventig was Khaddam minister van Buitenlandse Zaken en vice-premier. In 1984 werd hij tot vice-president gepromoveerd. In die functie bleef hij hard werken aan de dominantie over Libanon via de Syrische militaire aanwezigheid die met het sturen van een vredesmacht in 1976 begon.
De Socialistische Arbeiders- Renaissancepartij (Ba’ath) werd in 1947 opgericht en kreeg in 1963 dankzij coupplegende militairen de macht in Syrië. Na interne strijd binnen Ba’ath werd Hafez al-Assad in 1971 president. Hij regeerde tot zijn dood in juni 2000 met ijzeren vuist. Zijn zoon Bashar heeft volgens waarnemers minder greep op het land, dat nu bijna 17 miljoen inwoners telt.
De Ba’ath-partij houdt sinds maandag een congres dat in het teken staat van hervormingen. De gecensureerde media riepen van tevoren op tot „zorgvuldige analyses, realistische beoordelingen, eerlijkheid en moed” teneinde het land politiek, sociaal en economisch verder te helpen en om corruptie te bestrijden. De krant Tishrin riep ertoe op formules te zoeken om „(…) politieke, populaire en burgerlijke participatie op alle terreinen uit te breiden.”
President Bashar al-Assad zei bij de opening van het congres dat economische hervormingen en de bestrijding van corruptie de belangrijkste doelstellingen van zijn beleid zijn. Politieke hervormingen kwamen in zijn toespraak tot de ruim 1230 aanwezigen vrijwel niet aan de orde, hoewel Al-Assad eerder dit jaar de verwachting had gewekt de teugels iets te willen laten vieren.
De president riep de partijleden ertoe op zich te verzetten tegen druk van buitenaf „om ons in een richting te duwen die tegengesteld is aan onze nationale belangen en de stabiliteit zou kunnen ondermijnen.” De Verenigde Staten en Europa hebben Syrië eerder onder druk gezet onder meer om politieke hervormingen door te voeren. De druk leidde ertoe dat Damascus eerder dit jaar zijn troepen uit Libanon terugtrok.
Als handreiking aan hervormingsgezinde leden van de partij suggereerde Assad dat er meer ruimte zou komen voor politieke partijen. Hij sprak over een „grote opening in de richting van nationale krachten die iedereen de kans moet geven Syrië op te bouwen.” Waarnemers verwachten dat tijdens besprekingen op het vier dagen durende congres er een kleine stap zal worden gezet richting een meerpartijenstelsel, vooral op lokaal niveau.
Behalve van andere landen staat Al-Assad onder druk van een steeds krachtiger democratiseringsbeweging in eigen land.