Buitenland

Voorhoede EU wil nederlaag nog niet voluit accepteren

De politieke voorhoede van de EU lijkt de nederlaag nog niet voluit te willen accepteren. Zij tracht de grondwet voorlopig kunstmatig in leven te houden. Het goedkeuringstraject gewoon vervolgen, luidt de boodschap, en pas aan het einde van de rit, in de herfst van volgend jaar, definitieve conclusies trekken.

A. A. C. de Rooij
3 June 2005 08:49Gewijzigd op 14 November 2020 02:37

Iedereen in Brussel had het er donderdag uiteraard over. Treurnis bij de een, vreugde bij de ander.

„In mijn land vindt in september een referendum plaats. Maar waarover eigenlijk? want het conceptverdrag is inmiddels een dode letter”, constateert de Deense europarlementariër Bonde, de aanvoerder van de fractie die opereert onder de naam Onafhankelijkheid/Democratie en waartoe ook de tweemansdelegatie van CU-SGP behoort.

Hij weet al hoe het verder moet: een korte, goed leesbare en voor iedereen te begrijpen tekst vervaardigen die de spelregels bevat voor de gemeenschappelijke besluitvorming en waarbij de EU zich alleen bemoeit met noodzakelijk op dat niveau te behandelen onderwerpen. Hooguit 50 artikelen en 20 pagina’s. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat zo’n afslanking natuurlijk nooit zal lukken.

Tegelijk is de juridische realiteit van dit moment inderdaad dat het voorliggende document niet in werking zal treden. Invoering ervan vereist immers het fiat van elk van de 25 naties. Slechts één afvaller en het lijvige boekwerk met bijna 450 artikelen verdwijnt in de prullenbak.

Er rest één ontsnappingsmogelijkheid: de landen waar het verkeerd uitpakte, durven het straks aan om, nadat de negatieve sentimenten wat zijn weggeëbd, een herkansing te organiseren in de vorm van een tweede volksraadpleging over precies dezelfde inhoud en slepen dan alsnog een ja binnen. Sommigen in Brussel gokken daarop. „We moeten terugvechten en niet aanvaarden dat de grondwet is afgeschreven”, merkt een Britse afgevaardigde in het Europees Parlement op. En een Duitse collega van hem: „Deze grondwet heeft een kans als we er moedig voor strijden.” Belder (CU-SGP) daarentegen duidde donderdag in een debat het pleidooi voor voortzetting van het ratificatieproces aan als „politiek bedrog.”

De reacties waren woensdagavond keurig op elkaar afgestemd. Alle ’groten’ binnen de Unie, onder wie voorzitter van de Commissie Barroso en fungerend voorzitter van de Raad Juncker, maar ook president Chirac en bondskanselier Schröder, verkondigden na de verpletterende uitslag dat alle lidstaten de gelegenheid dienen te krijgen hun standpunt te geven. Tot dusver hebben er twaalf dat gedaan, met donderdag Letland als laatste. Pas rond 1 november 2006, twee jaar na de feestelijke ondertekening van de constitutie, moeten de regeringschefs de balans opmaken. Die marsroute zal naar verwachting worden geaccordeerd tijdens de EU-top van 16 en 17 juni, waarop de politieke leiders de ontstane situatie bespreken. Chirac en Schröder voeren morgen in Berlijn voorbereidend spoedberaad met elkaar.

Premier Blair zou de beoogde aanpak kunnen doorkruisen. Hij heeft beloofd dat de Britten ergens volgend voorjaar naar de stembus mogen. Maar bronnen in zijn omgeving melden dat na de jongste ontwikkelingen hij en zijn kabinet er weinig voor voelen het electoraat te laten opdraven. Waarom het risico van een blamage op je hals halen als er toch niks meer op het spel staat?

Barroso en Juncker, bij wie tot 1 juli de regie binnen de EU berust, hebben Blair al gemaand, zonder overigens zijn naam te vermelden, geen eenzijdige stappen te nemen, want anders zal hij meer nog dan Chirac en Balkenende op de top de schuld krijgen van het mislukken van het grondwettelijk project. Het Britse liberale EP-lid Duff waarschuwt eveneens dat dan Londen een fikse uitbrander wacht. Dat onaantrekkelijke perspectief zal Blair er wellicht van weerhouden op korte termijn al het voorziene referendum af te blazen.

De ratificatieprocedure gewoon afwerken; maar wat dan daarna? Daarover zijn de gedachten nog lang niet uitgekristalliseerd. Het lijkt daarom op een vlucht naar voren. De voorstanders van deze strategie hopen dat een intensief debat in de komende tijd helderheid verschaft over welke overwegingen er onder de nee-stemmers leven en dat zij vervolgens iets kunnen doen om de kloof tussen het volk en politiek te verkleinen. Vice-voorzitter van de Europese Commissie Wallström spreekt in dit verband van een plan D, met de D van democratie. „De dingen beter uitleggen, een band creëren met de burger, tonen dat we geluisterd hebben en iets geleerd hebben”, aldus de Zweedse politica.

Natuurlijk, het tij zou voor de voorstanders van de constitutie ten goede kunnen keren. Maar de kans is niet minder groot dat een domino-effect optreedt, met nog meer referenda die een afwijzing als resultaat opleveren.

In ieder geval staat Europa opeens volop in de schijnwerpers en lijken de politici nu eindelijk bereid de sceptici tegenover een verdere integratie serieus te nemen. Dat is de winst van de crisis. De vraag ”waarheen met de EU?” ligt voluit op tafel. Blair hanteert in de tweede helft van 2005 de voorzittershamer en mag in die periode zelf initiatieven ontplooien voor de bezinning waarop vooral hij sterk aandringt.

Ondertussen klinkt in Brussel bij deze en gene nog steeds verbazing door over de gang van zaken in Nederland. Een Tsjechische journalist in het perscentrum van de Commissie informeert hoe dit kon gebeuren. Een nee van Groot-Brittannië of van Denemarken zou hem niet verrassen. Van die lidstaten weten we tenslotte dat de bevolking er met de nodige reserves aankijkt tegen de voortschrijdende eenwording. Maar verwerping van de grondwet door die Hollanders, dat lag niet in de lijn der verwachting.

Ons land is een van de zes oprichters van de EEG en genoot de reputatie van een loyale en betrouwbare partner, toegewijd aan de Europese idealen en altijd bereid een compromis te zoeken. En nu een revolutie onder de burgers.

Maar is het niet slechts een illustratie van het wantrouwen onder het publiek dat zich veel breder manifesteert binnen de EU? Oud-premier Dehaene van België zegt in het dagblad De Standaard niet voor niets dat als zijn land een referendum had uitgeschreven, het waarschijnlijk ook op een neen was uitgedraaid. Een Duitse europarlementariër verwoordt dezelfde gedachte als het gaat om zijn land. Bij onze zuider- en oosterburen hielden de parlementen de beslissing echter in eigen hand en maakten die er zich daarmee gemakkelijk vanaf.

Misschien is het een argument dat Balkenende kan inbrengen tegenover collega’s die Nederland willen doen degraderen naar een tweederangslidstaat. De beleidsmakers in Den Haag hadden anders dan zij de moed om de bevolking rechtstreeks een oordeel te vragen. De premier zal, zoals hij in een eerste reactie al deed, van Europa eisen dat het recht doet aan de opvatting van de burgers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer