De maoïstische guerrillaorganisatie in Nepal probeert sinds 1996 met geweld het koningshuis te verdrijven. Meer dan 3500 mensen zijn bij de strijd om het leven gekomen. Vorige week vond het bloedigste gevecht tussen rebellen en het leger plaats in het westelijke Rolpa, waar de rebellen een schaduwregering hebben. Honderden rebellen, soldaten en agenten kwamen om het leven, en naar nu blijkt, vermoedelijk ook burgers.

Volgens een hoge Nepalese officier die anoniem wil blijven, zijn burgers gedwongen de voorhoede van de rebellen te vormen. Het leger schiet de voorhoede zonder pardon neer. „We kunnen geen onderscheid maken tussen de maoïsten en de dorpelingen”, zei de officier. Een westerse diplomaat die Rolpa in april bezocht, ondervroeg zestien tieners die voor de rebellen moesten vechten, maar gered werden door het leger. „Ze nemen jongens en meisjes met geweld mee”, zegt de diplomaat, die eveneens anonimiteit bedong. „Enige honderden zijn sinds november omgekomen, als menselijk schild of als gevangene.”

Een maoïstische rebel die gevangen zit op een militaire basis, Om Prakash Gharti, heeft in een gesprek onder vier ogen met een AP-verslaggever gezegd dat de rebellen grote menigten dorpelingen dwingen voorop te gaan in gevechten met het leger. Een ooggetuige zei dat zeker één lid per gezin wordt gedwongen met de rebellen mee te gaan. „Hun strategie is om het leger op de mensen te laten schieten totdat de munitie op is, waarna de rebellen de soldaten gemakkelijk kunnen overmeesteren”, aldus de officier.

Het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) wil geen commentaar leveren op de beschuldigingen voordat zij informatie uit de eerste hand heeft verzameld.

Het leger en de rebellen beschuldigen elkaar al langer van ernstige schendingen van de mensenrechten. De rebellen maken zich volgens het leger schuldig aan marteling, verkrachting en verminking van burgers. De guerrillastrijders zeggen dat het leger genocide pleegt door gevangen rebellen mee te nemen naar de jungle en te doden.