Maffiabaas Joseph Bonanno overleden
Joseph ”Joe Bananas” Bonanno, in de jaren ’50 en ’60 een van de beruchtste maffiabazen in de Verenigde Staten, is zaterdag overleden. Bonanno werd 97.
Bonanno gaf op het hoogtepunt van zijn ’carrière’ leiding aan een van de vijf grote misdaadfamilies in New York City. Hij was lid van De Commissie, een soort raad van bestuur voor de criminaliteit in New York en andere grote Amerikaanse steden. Hij ontkende dat hij zich bezighield met „onmannelijke” activiteiten zoals drugssmokkel en prostitutie, maar de autoriteiten dachten daar anders over.
Bonanno viel in ongenade in de jaren ’60, vermoedelijk omdat hij probeerde de macht te grijpen in wat bekend werd als ”De Bananenoorlog” (1964 tot 1969). Deze ruzie tussen maffialeden ontstond naar aanleiding van de vermeende pogingen die Bonanno zou hebben gedaan om zijn collega-maffialeiders Carlo Gambino en Thomas Lucchese te elimineren.
De oorlog kostte ten minste dertien mensen het leven, onder wie drie tegenstanders van Bonanno die bij een vuurgevecht in een restaurant in Queens de dood vonden. Er kwam een einde aan de strijd doordat Bonanno zich in 1969 terugtrok en zich vestigde in Arizona.
Bonanno verscheen in 1983 in ”60 Minutes” van de Amerikaanse televisiezender en werkte mee aan ”Een man van eer, de autobiografie van Joseph Bonanno”, een boek dat datzelfde jaar uitkwam. In 1984 vervolgde hij de uitgever omdat die „een goedkope gangster” op het omslag van het boek had afgebeeld.
Bonanno werd geboren op 18 januari 1905 in Castellammare del Golfo op Sicilië. Hij werd in de jaren ’30 herhaaldelijk gearresteerd, onder meer wegens wapenbezit. Nadat hij voor Al Capone had gewerkt, vestigde hij zijn eigen ’familie’ in New York. De familie is nog steeds actief onder de naam Bonanno.