De raad ging unaniem akkoord met een daartoe opgestelde verklaring. Daarin werd ook een veroordeling uitgesproken over de geweldscampagne tegen onschuldige burgers en Iraakse functionarissen en een oproep aan andere landen herhaald om de toestroom van terroristen, geld en wapens naar Irak te stoppen. Volgens diplomaten was de oproep vooral bedoeld voor Syrië.

De Iraakse minister van Buitenlandse Zaken, Hoshyar Zebari, had om de verlenging verzocht met het argument dat het Iraakse leger en de politie nog niet in staat zijn het land tegen de opstandelingen te beschermen. De opstandelingen zijn erop uit het politieke proces te ondermijnen en ongedaan te maken wat tot nu toe bereikt is, zei hij.

Op 8 juni vorig jaar gaf de Veiligheidsraad de buitenlandse troepen een mandaat om in Irak te blijven tot er een constitutionele regering is gekozen, of tot het moment waarop de regering verzoekt om beëindiging van het mandaat. De voormalige interim-premier, Iyad Allawi, verzocht de VN echter het mandaat opnieuw te bekijken na een jaar of op verzoek van de overgangsregering die in april werd geïnstalleerd op basis van de verkiezingen.

De waarnemend ambassadeur van de Verenigde Staten, Anne Patterson, zei dat de door haar land aangevoerde troepenmacht in Irak zal blijven tot de Irakezen in staat zijn de zware aanslagen op hun veiligheid zelf het hoofd te bieden.

Tijdens gevechten tussen Amerikaanse militairen en zijn Iraakse ontvoerders is de gouverneur van de provincie Anbar om het leven gekomen. Dit heeft de Iraakse regering dinsdag bekendgemaakt. De bestuurder, Raja Nawaf Farhan al-Mahalawi, werd op 10 mei ontvoerd en werd zondag in een dorp zo’n 275 kilometer ten noordoosten van Bagdad dood aangetroffen na een vuurgevecht om het huis waarin Al-Mahalawi werd vastgehouden.