De zes verdachten zitten als sinds 1999 in de cel. Ze houden vol dat ze onschuldig zijn en eerder alleen na marteling bekentenis aflegden. Ze gingen daarom tegen hun veroordeling in beroep. De verpleegkundigen zeggen dat de HIV–besmetting bij ruim vierhonderd kinderen te wijten is aan de slechte hygiënische omstandigheden in het ziekenhuis in Benghazi, waar zij werkten.

Europese HIV–deskundigen bevestigden vorig jaar tijdens het proces voor de rechtbank in Benghazi de lezing van de verdachten. De rechters legden die getuigenissen echter naast zich neer en baseerden hun vonnis op verklaringen van Libische experts, die de schuld volledig bij de verdachten legden.

Het hof wil meer tijd om getuigen te horen en bewijsmateriaal te bestuderen. Volgens de advocaat van de verdachten is dat goed voor zijn cliënten. „We zijn blij met de beslissing", zei hij. Buiten de rechtszaal kwam het echter tot rellen toen familieleden van besmette kinderen het gebouw probeerden te bestormen. Zij eisen dat de doodvonnissen snel worden voltrokken.

De kwestie heeft de inspanningen van de Libische leider Mouammar Kaddafi om de betrekkingen met het westen te verbeteren, geen goed gedaan. De Europese Unie neemt geen genoegen met het ’wetenschappelijke bewijs’ op grond waarvan de verdachten ter dood zijn veroordeeld. Ook de Verenigde Staten dringen aan op herziening van de doodvonnissen.

De Bulgaarse president Georgi Parvanov reisde het afgelopen weekeinde naar Libië in een poging het leven van zijn landgenoten te redden. Hij bezocht onder meer zieke kinderen in Benghazi en beloofde te zorgen voor betere medische voorzieningen in die stad. Ook sprak hij vier uur lang met Kaddafi.

Een andere rechtbank in de Libische hoofdstad doet op 7 juni uitspraak in de zaak tegen negen politieagenten en een arts. Zij worden ervan verdacht de Bulgaarse verpleegkundigen te hebben gemarteld.