Hof acht zich voldoende voorgelicht in strafzaak tegen arts
Het gerechtshof in Den Bosch heeft geen behoefte aan nader onderzoek in de strafzaak tegen arts P.V. van het Amphia Ziekenhuis in Oosterhout. Dat bleek vrijdag tijdens een pro forma–zitting. Het hof wees de verzoeken van het Openbaar Ministerie (OM) tot het opnieuw horen van getuigen af, net als het verzoek om nieuw deskundigenonderzoek.
Justitie vervolgde de arts vorig jaar voor de moord op een patiënt, maar de rechtbank in Breda sprak hem daarvan vrij. Vervolgens stapte de Inspectie voor de Gezondheidszorg naar het medisch tuchtcollege. Deze instantie oordeelde dat de klacht tegen V. ongegrond was. Tot verbijstering van de arts ging het OM in beroep tegen het vonnis van de rechtbank.
Tijdens de zitting vrijdag bleek dat dat gebeurd is op (schriftelijk) verzoek van de hoogste baas van het OM, J. de Wijkerslooth. Volgens aanklager P. Cremers is het de uitdrukkelijke wens van de minister van Justitie Donner dat een hogere instantie een principe–uitspraak doet in de zaak, die daarmee een politieke lading lijkt te hebben gekregen. Volgens advocaat C. Korvinus is het ’zeer hoopgevend’ dat het gerechtshof niet is ingegaan op de verzoeken van het OM om nader onderzoek. „Kennelijk vind ook het hof het een duidelijke zaak", aldus de raadsman.
Het OM is ervan overtuigd dat V. het toen 77–jarige slachtoffer een te hoge dosis morfine heeft toegediend, waardoor de man overleed. Hij was enkele dagen eerder opgenomen wegens een herseninfarct. Toen hij in zijn opgehoeste slijm dreigde te stikken, gaf de arts in overleg met de familie een hoge dosis morfine. V. zei erbij dat hun familielid door de injectie sneller zou kunnen overlijden, wat uiteindelijk ook gebeurde. De hoofdverpleegkundige deed twee dagen na de dood van de man aangifte bij de politie.
Het OM had zowel de verpleegkundige als de familieleden nogmaals willen verhoren over de gang van zaken, maar volgens het hof heeft de aanklager de noodzaak daarvan niet aangetoond. Hetzelfde geldt volgens het hof voor het deskundigenonderzoek dat de advocaat–generaal had voorgesteld.