Evolutie niet langer theorie, maar feit
Ze heeft „onwijs veel” geleerd, maar Geerjanne den Hartog, havo-biologie, is helemaal down. „Ik snapte maar één vraag.” Vwo’er Jeannet Hennipman daarentegen blikt tevreden terug op het examen Engels. Of ze tijdens haar studieverlof ook zo hard heeft gewerkt? „Ik heb twee weken gebruikt om m’n rijbewijs te halen.” De tegenstellingen liggen voor het oprapen in de kleedkamer van het Amersfoortse Van Lodensteincollege.
Havisten met tekenen, handvaardigheid of textiele werkvormen in hun pakket kregen donderdagochtend het theorie-examen beeldende vakken voorgeschoteld. Ze bestudeerden drie onderwerpen: kunst na 1850, gotiek en Renaissance. Bernard Kooijmans had de stof „één keer doorgelezen.” Dat bleek genoeg. „Er werd weinig kennis gevraagd, veel inzicht.” Rianne Hoogendoorn: „Je kon veel zwammen, als je het maar goed doet.”
Volgens tekenlerares C. K. van den Berg zat er nogal wat kunstbeschouwing en architectuur in het examen. „Dat betekent: kijken, benoemen en vergelijken. Daar heb je toch wel wat parate kennis voor nodig.” Dat haar leerlingen niet veel hebben voorbereid, begrijpt ze best. „Je moet reëel zijn. Als je voor biologie veel te leren hebt, kun je beter je tijd daarin steken.”
Zoals elk jaar zaten er twee vellen met fullcolour illustraties bij het examen. Leerlingen zullen even hebben geknipperd bij het zien van het beeld van de Australische kunstenaar Ron Mueck: enkel een slapend hoofd. Griezelig echt. Van den Berg is tevreden over zowel de vragen als de plaatjes. „Leerlingen hoeven hierover niet te bellen naar het LAKS.”
Vmbo’ers en vwo’ers deden donderdagmorgen maatschappijleer, maar dat zijn geen examenvakken op de Van Lodenstein. ’s Middags stond er voor het vmbo wiskunde op het rooster. Eliane Voorthuijzen vond het examen moeilijk en lang. „Ze vroegen precies de dingen die ik niet had geleerd. Bij opgave twee heb ik tien minuten zitten kijken. Het waren soms van die megasommen.” Leraar R. A. Pieters vindt het „tekenend” dat tweederde van de kandidaten tot het einde bleef zitten.
Bij wiskunde wisselen meetkunde en statistiek elkaar af. Dit jaar was meetkunde aan de beurt. Pieters telde twee opgaven over de stelling van Pythagoras en één over goniometrie. „Dat viel dus mee.” Goed lezen wordt steeds belangrijker, aldus de docent. „Anders stink je erin.” Bij opgave 1, de bosloop, moesten de leerlingen nogal wat rekenen met tijd en afstand. „Leerlingen die ook natuurkunde doen, waren hierbij in het voordeel.” Extra service: op de eerste pagina van het examen stonden zeven formules.
Havisten met biologie waren veel tijd met voorbereiden kwijt. Geerjanne den Hartog leerde „minstens 25 uur.” Geert Daudey had „alleen al voor het doorlezen van de stof drie dagen nodig.” Er waren veel vragen over het gedrag van dieren, weinig over genetica. Leerlingen hadden dat niet verwacht. Moeilijke onderwerpen als fotosynthese, kringlopen en stofwisseling kwamen beperkt in het examen voor. Een voordeeltje voor leerlingen die geen exact pakket hebben, aldus leraar ir. J. van Dijke.
Ook de evolutietheorie kwam dit keer beperkt aan de orde. „Het valt mij wel op dat deze opvatting niet meer als theorie, maar gewoon als feit wordt neergezet. Op zich geen ramp voor onze leerlingen -ze weten daar wel mee om te gaan-, maar het is wel opmerkelijk”, constateert Van Dijke. De onderwerpen varieerden van paardenkruisingen tot UV-filters, en van bolletjesslikkers tot pinguïns. Citaat: Dat pinguïns in een crèche dicht tegen elkaar aan staan, kun je verklaren door te zeggen: Dat vinden ze gezellig. Vraag: Waarom is zo’n verklaring in de gedragsleer niet acceptabel?
Vwo’ers bogen zich donderdagmiddag bij Engels over elf teksten met 42 vragen. Alexander Pleizier: „Het ging aardig, maar ik heb wel eens leukere teksten gehad.” Docent M. Holmwood toont zich tevreden over het examen. „De teksten waren mooi verschillend qua onderwerp.” De gatentekst over globalisering -leerlingen moesten ontbrekende woorden invullen- kost zelfs Holmwood als geboren Engelsman de nodige moeite. „Er lijken soms meerdere antwoorden goed te zijn.”
Als Holmwood het examen zelf had moeten maken, was hij naar eigen inschatting anderhalf uur bezig geweest. Maar dan een tien? „Ik durf het niet te zeggen. Een fout is snel gemaakt.”
Zie voor uitslagen www.refdag.nl/examens.