„Vliegtuigje bijna neergeschoten boven Washington"
Het vliegtuigje dat twee weken geleden per ongeluk een verboden zone boven Washington invloog, was bijna neergeschoten. De Amerikaanse minister van Defensie Rumsfeld had hiertoe persoonlijk opdracht gegeven, meldde The Washington Post woensdag. De Amerikaanse krant baseert zich op anonieme bronnen binnen het Pentagon.
De Cessna vloog op 11 mei boven de Amerikaanse hoofdstad. Twee F–16–gevechtsvliegtuigen gingen direct op het toestel af om poolshoogte te nemen, maar ze slaagden er niet in radiocontact te maken. Toen het vliegtuigje het Witte Huis en het Capitool op 5 kilometer naderde, brak paniek uit. Volgens een functionaris zou het nog „15 tot 20 seconden" hebben geduurd voordat er was ingegrepen.
Het ministerie van Defensie heeft het bericht woensdag ontkend. „Het is ronduit fout", aldus een woordvoerster van het Pentagon tegen het persbureau AFP. Geen enkele bewering over een mogelijke opdracht van Rumsfeld klopt, aldus de zegsvrouw.
Uiteindelijk keerde de Cessna om, nadat er lichtkogels waren afgevuurd. Het toestel werd gedwongen te landen op een kleine luchthaven. De twee inzittenden van de Cessna, een piloot en zijn leerling, werden na verhoor vrijgelaten. De piloot is zijn vliegbrevet voorlopig kwijt. Het Witte Huis en het Capitool werden in reactie op het terreuralarm voor korte tijd ontruimd.
Het luchtruim boven het grootste deel van Washington is sinds de aanslagen van 11 september 2001 verboden gebied. De VS willen voorkomen opnieuw doelwit te worden van een terroristische aanval met vliegtuigen. Het vliegverbod boven Washington is al vaker geschonden, maar niet eerder zou het neerhalen van een toestel zo dichtbij zijn geweest.