Opiumproductie gaat van Azië naar Andes
Tijdens een drugsvangst in het regenwoud van Peru werden vorig weekend opnieuw opiumderivaten aangetroffen. De Peruviaanse politie heeft de bijhorende papaverplantage vooralsnog niet kunnen lokaliseren. Maar het lijkt erop dat in het regenwoud van Peru, Colombia, Bolivia en ook Ecuador naast coca (de grondstof voor cocaïne) steeds meer papaver (de basis voor heroïne) wordt verbouwd. Door het terugdringen van de opiumproductie in Pakistan is er een gat in de markt ontstaan, waar Zuid-Amerikaanse drugshandelaars gretig op inspringen.
In de jungle van Monzón, op 300 kilometer te noordoosten van Lima, nam de politie vorig weekend 480 gram morfine in beslag. Drugsvangsten zijn doorgaans geen nieuws in Peru, maar deze keer ging het niet om cocaïne. De politie beschouwt de vondst als een teken dat de drugshandelaars in hun land zich beginnen toe te leggen op opium-derivaten als morfine en heroïne. Morfine is het eerste derivaat van opium, dat gewonnen wordt uit het sap van de Papaver somniferum. Door een chemisch proces kan morfine worden omgezet in heroïne. Dotad, de antidrugseenheid van de Peruaanse politie, deed de ontdekking in een laboratorium waarin cocapasta werd omgezet in cocaïne. Naast 50 kilo cocapulp trof de politie er een zakje donkerbruine, korrelige morfine aan. De speurtochten naar papavervelden in de buurt leverde tot dusver niets op. Volgens Dotad kunnen die tientallen kilometers verderop in de jungle liggen.
Het is niet de eerste keer dat er opium(derivaten) worden aangetroffen in de Andes. In de noordelijke provincies San Ignacio en Rodríguez de Mendoza en in de centrale provincie Tingo María werden eerder al experimentele papavervelden aangetroffen. In juni ontdekt Dotad een 60 hectare groot papaverveld. Dotad gelooft dat drugshandelaars de papaverzaden uit Pakistan hebben ingevoerd in Peru en Bolivia. „Ze delen de zaden tegen betaling uit aan boeren in een aantal valleien met een tropisch klimaat om uit te zoeken of het gewas levensvatbaar is," zegt drugsexpert Raúl Serrano. De zaden en de opium worden verscheept langs de rivier de Putumayo, langs dezelfde smokkelroutes als voor cocaïne. Het lijkt er dus sterk op dat de opiumproductie verschuift van Azië naar Zuid-Amerika.
Papaver en opiumderivaten worden traditioneel geproduceerd in landen als Pakistan, Birma (Myanmar), Iran en Thailand – in die volgorde. Pakistan was in de jaren '80 goed voor 70 procent van de wereldwijde opiumproductie. Volgens het Werelddrugsrapport 2000 van de Verenigde Naties was Pakistan in het jaar 2000 bijna opiumvrij. De strijd tegen de opiumproductie wierp in Pakistan zijn vruchten af, maar de vraag naar heroïne en opium bleef bestaan. De nieuwe leiders inzake opiumproductie in Azië zijn Birma en Afghanistan. Samen waren ze in 2000 goed voor 90 procent van de opiumproductie in de wereld. Dankzij volgehouden inspanningen om de handelslijnen door te knippen en door stimulering van alternatieve gewassen slaagde ook Peru –vanouds 's werelds grootste cocaproducent– erin om tussen 1992 en 1999 de cocaproductie terug te dringen met 50 procent.
Peru is ondertussen van de eerste naar de tweede plaats gezakt op de lijst van grootste cocaproducenten. Naar schatting is er nu 35.000 hectare cocaplantage in de Peruaanse jungle. In 1999 waarschuwde het Amerikaanse Drug Enforcement Agency (DEA) er echter al voor dat de Colombiaanse drugsbaronnen plannen maakten om het gat in de markt te vullen en hun zaakjes uit te breiden naar heroïneproductie. Ook andere Andeslanden springen nu op de opiumkar. De Zuid-Amerikaanse kartels kunnen hun netwerk voor de smokkel en de marketing van cocaïne in de VS en Europa gemakkelijk inschakelen voor de handel in heroïne.