Zes doden onder donorpatiënten in VS door virus
In de Verenigde Staten zijn zeker zes ontvangers van transplantatieorganen overleden na besmet te zijn geraakt met een knaagdierenvirus.
De gezondheidsautoriteiten willen nader onderzoek, vooral na de recente ontdekking dat het hondsdolheid- en het West-Nijlvirus zich via donororganen kunnen verspreiden. Een mogelijkheid die ook moet worden onderzocht is of het virus via bloedtransfusies wordt doorgegeven.
In Rhode Island en Massachusetts zijn drie patiënten overleden nadat zij organen hadden gekregen van een vrouw die thuis een hamster had die besmet bleek te zijn met het lymfocytisch choriomeningitisvirus (LCMV). Een vierde orgaanontvanger is inmiddels aan de beterende hand. LCMV bleek ook een rol te hebben gespeeld bij de dood van drie patiënten in december 2003 in Wisconsin. De donor en een vrouw die een long van hem kreeg bleken geen drager van LCMV, maar drie andere patiënten die positief uit een test hierop kwamen, hadden alleen de donor met elkaar gemeen.
Ongeveer 5 procent van de muizen, hamsters en andere knaagdieren in de Verenigde Staten is drager van het virus en van de bevolking heeft ongeveer 2 procent antilichamen tegen LCMV, wat aangeeft dat zij ooit met het virus in aanraking zijn geweest. Gezonde mensen worden er niet of nauwelijks ziek van, maar de besmetting kan dodelijk zijn voor mensen met een verzwakt afweersysteem, zoals kanker- of transplantatiepatiënten, die medicijnen krijgen om afstotingsreacties te onderdrukken.