Monks sprak in Rotterdam tijdens het vierjaarlijks FNV congres. Hij wees erop dat met de grondwet de vakbondsvrijheid en het stakingsrecht worden gewaarborgd. Een tegenstem zou volgens hem kunnen betekenen dat de opbouw van sociale rechten wordt stopgezet.

Wat volgens Monks niet stopt, zijn marktwerking, verplaatsen van werk naar het buitenland, reorganisaties en privatisering van bedrijven. Juist daarom is het van belang de rechten van werknemers via een grondwettelijk verdrag vast te leggen.

De EVV–voorman betoogde dat in EU een gevoel van onveiligheid en zorgen leeft en dat rechtse politici hier munt uit proberen te slaan. Zo constateert hij bij bezoeken aan oudere lidstaten, zoals Nederland, angst voor het verdwijnen van werk naar de nieuwe EU–landen in Midden– en Oost–Europa en dat werknemers hiervandaan bereid zijn voor minder geld te werken en onder slechtere arbeidsomstandigheden.

Volgens hem verergeren regeringen in verschillende lidstaten deze ontwikkeling door voor een neo–liberaal beleid te kiezen. Dit beleid schaadt volgens hem de positie van de werknemer.

De FNV zelf waagt zich niet aan het geven van een stemadvies voor het referendum. De vakcentrale noemt de grondwet op sociaal–economisch gebied een stap vooruit. Maar de FNV benadrukt dat het verdrag over meer dan alleen de rechten van werknemers gaat en vindt dat de achterban daarom zelf een eindoordeel moet vellen.