De vorige generale synode, die van Zuidhorn (2002), gaf deputaten eredienst en deputaten kerkmuziek onder andere de opdracht om „een beknopt nader onderzoek te (laten) doen naar het onderwerp liturgie en huidige cultuur, op basis van hun eerdere rapportage.”De bespreking van de door deputaten opgestelde ”bezinningsschets Liturgie en Cultuur” spitste zich gistermorgen toe op de vraag of deze als uitgangspunt kan dienen voor het samenstellen van een handzame brochure die vervolgens ter beschikking wordt gesteld aan de plaatselijke kerken dan wel liturgiecommissies.

Deputaten menen dat dit zeker het geval is. Zo stellen zij dat de schets „nuttig materiaal biedt om te voorkomen dat de kerken wildgroei op het liturgische veld ontwikkelen en op liturgisch gebied te ver uit elkaar groeien.” Ook kunnen de door hen opgestelde „oriëntatiepunten” -schriftuurlijkheid, liturgische bruikbaarheid en helderheid- er volgens hen voor zorgen „dat bij een concrete discussie over bestaande of nieuwe liturgische vormen de verschillende aspecten voldoende aan de orde komen.”

De door de synode ingestelde commissie Holland-Zuid raadde de afgevaardigden echter „indringend af om tot een brochure te besluiten.” Volgens haar heeft de studie van deputaten weliswaar op praktisch gebied oriëntatiepunten opgeleverd die nuttig zijn om te overwegen, maar zijn deze „niet van zodanige aard dat ze tot het uitgangspunt moeten worden verheven voor toekomstig beleid ten aanzien van liturgie en kerkmuziek.”

„Dit is niet de manier om wildgroei in goede banen te leiden”, zei commissielid ds. J. Ophoff. Volgens hem zou bijvoorbeeld het organiseren van bezinningsdagen over liturgie een „beter instrument zijn om de kerken te bereiken.”

Deputaten bleven echter bij hun besluitvoorstel. „Wij proeven in uw vergadering sympathie voor het voorstel van de commissie”, zei deputaat F. G. aan het Rot. „Maar stuurt de commissie de kerken niet het bos in? Niks is ook niks. En de zaak zelf blijft toch leven in de kerken.”

„Het is heel belangrijk dat het gesprek over de liturgie, dat in onze kerken eigenlijk pas net op gang is gekomen, écht op gang komt”, gaf ook een van de andere deputaten aan. En juist een brochure zoals voorgesteld kan hiervoor volgens haar als basis dienen. „Ik zou zeggen: Laat het proces doorgaan.” Dat laatste adviseerde ook synodeadviseur prof. dr. C. J. de Ruijter. „De echte vragen zijn tot nu toe in de vrijgemaakte kerken nauwelijks aan bod gekomen. En juist dat gebeurt nu in dit rapport.”

Tot overeenstemming tussen deputaten en commissie kwam het gistermorgen niet. De synode zet de bespreking van dit onderdeel op een later moment voort.