Rome bezorgd over lot Italiaanse in Afghanistan
In Italië heerst grote bezorgdheid over het lot van de in Afghanistan ontvoerde 32-jarige Italiaanse hulpverleenster Clementina Cantoni.
De Italiaanse onderminister van Buitenlandse Zaken, Margherita Boniver, zei donderdag tegen een parlementaire commissie dat de contacten tussen de Afghaanse regering en de ontvoerders voortduren. Zij zei ook dat de contacten maandag „enkele uren” na de ontvoering in Kabul waren gelegd.
Boniver zei dat de Italiaanse regering, om het leven van Cantoni niet in gevaar te brengen, geen bijzonderheden kan verstrekken. Zij bekritiseerde Afghaanse regeringsvertegenwoordigers die de zaak openlijk hebben besproken.
Minister van Buitenlandse Zaken Gianfranco Fini belde donderdag met de Afghaanse president Hamid Karzai, die Fini verzekerde dat er geen stappen worden ondernomen zonder toestemming van de Italiaanse regering. Karzai zei ook tegen Fini dat de ontvoerders vermoedelijk gewone criminelen zijn.
Een man die zei Cantoni in handen te hebben dreigde woensdag in een telefoongesprek met een lokaal tv-station haar te zullen vermoorden als zijn eisen niet onmiddellijk zouden worden ingewilligd. De man, die zichzelf Temur Shah noemt, stelde drie eisen: meer islamitische seminaries, een ’alternatief inkomen’ voor boeren die met de papaverteelt stoppen en een verbod op een jongerenprogramma van het onafhankelijke radiostation Arman.
Cantoni werkt sinds 2002 in Afghanistan voor de hulporganisatie CARE International. Zij houdt zich bezig met een project voor Afghaanse weduwen en hun gezinnen. Haar ontvoering is de jongste in een reeks aanvallen op buitenlanders in Kabul, die de vrees doen rijzen dat extremisten of criminelen de tactiek van het islamitische verzet in Irak overnemen.
Een woordvoerder van CARE International, Thorsten Hinz, zei in het Duitse Freiburg dat de organisatie overweegt haar medewerkers uit Afghanistan terug te halen. Op het bureau van de organisatie in Kabul werken vier Duitsers en dertien Afghanen.
Vermoedelijke Taliban-rebellen hebben gisteren zes Afghanen vermoord die met het lichaam van een eerder vermoorde ambtenaar op weg waren naar de hoofdstad Kabul. Twee van de slachtoffers waren medewerkers van een project ter bestrijding van de opiumteelt in het zuiden van Afghanistan. Het bedrijf dat het door de Verenigde Staten betaalde project uitvoert, Chemonics International uit Washington, maakte bekend zijn medewerkers uit het zuiden van het land terug te trekken. De andere slachtoffers waren twee familieleden van de ambtenaar en twee chauffeurs.
De aanval werd uitgevoerd in het district Shahjoy, aan de weg van Kandahar naar Kabul. De ambtenaar en vier andere Afghanen werden woensdag vermoord. Zij werkten voor hetzelfde project, dat is bedoeld om opiumboeren aan ander werk te helpen.