Economie

Innovaties verkopen vraagt veel geduld

Vernieuwende producten maken is één, ze verkopen een tweede. Innovaties aan de man brengen ligt soms heel moeilijk, weten de topmannen van biotechbedrijf Fornix BioSciences, Bergman en Roossien, uit ervaring. „Dat kost tijd, je moet bestaande patronen doorbreken, zeker bij wat minder innovatief ingestelde groepen. Daar is veel kracht en geduld voor nodig.”

Ad Ermstrang
20 May 2005 10:29Gewijzigd op 14 November 2020 02:34
LELYSTAD – Innovaties aan de man brengen ligt soms heel moeilijk, weten Bergman (r.) en Roossien. „Dat kost tijd, je moet bestaande patronen doorbreken. Daar is veel kracht en geduld voor nodig.” Foto Dick Vos
LELYSTAD – Innovaties aan de man brengen ligt soms heel moeilijk, weten Bergman (r.) en Roossien. „Dat kost tijd, je moet bestaande patronen doorbreken. Daar is veel kracht en geduld voor nodig.” Foto Dick Vos

De verwachtingen van het tweede kabinet-Balkenende rondom biotechnologie zijn hooggespannen. Naast ultrafijne nanotechnologie wordt biotech gezien als moderne haarlemmerolie voor toekomstige economische groei. In het recent gesloten paasakkoord maakte het kabinet opnieuw vele miljoenen euro’s vrij voor wetenschappelijk toponderzoek op deze terreinen.

Bij Fornix BioSciences tempert men de hoop van het kabinet enigszins. De in Lelystad gevestigde onderneming kiest in haar strategie voor de overname van kleine bedrijfjes die vernieuwende producten in de medische sfeer hebben ontwikkeld, maar geen geld hebben om die af te werken en op de markt te brengen. Dure investeringen in onderzoeksprojecten bij de universiteiten van Utrecht en Groningen zijn vorig jaar bijgesteld of afgeblazen. Medicijnontwikkeling is voor Fornix (te) duur, brengt te grote risico’s met zich mee of duurt te lang. „Wij willen realistisch blijven en richten ons op ontwikkelingsprojecten die op een niet al te lange termijn geld opbrengen”, aldus bestuursvoorzitter Cees Bergman.

Fornix BioSciences, in 1999 ontstaan uit een fusie van Dr. Fisher Farma en Artu Biologicals, mikt op een jaarlijkse groei, toename van de winst per aandeel en het vermijden van grote risico’s bij nieuwe projecten. Sinds het samengaan met de farmaceutische handelsonderneming Dr. Fisher Farma heeft het betrekkelijk kleine Artu Biologicals de vleugels kunnen uitslaan. Het legt zich toe op de verkoop van preparaten tegen allergie. Bergman: „We misten echter de financiële middelen om onze commerciële slagkracht te vergroten. Die kans kregen we wel toen we konden samengaan met Fisher Farma.”

Artu, ook eigenaar van het merk Pollinex, bezat al sinds de jaren negentig het patent op Oralgen, een middel tegen allergie waarbij gebruik wordt gemaakt van druppeltjes onder de tong. Oralgen was na de fusie de kaskraker van het bedrijf. In vijf jaar tijd vertienvoudigde de verkoop van het aantal flacons en de omzet van de Artu-divisie steeg van 3 miljoen in ’91 naar 21 miljoen euro in 2004. Het gehele bedrijf maakte vorig jaar een winst van 6,7 miljoen euro.

Bergman en Roossien geven toe dat de fusie op een gelukkig moment kwam. „In de jaren negentig geloofde iedereen nog in het gebruik van injecties tegen allergie. Wij hadden een voorsprong met de beschikbaarheid van Oralgen toen de omslag kwam. Ons productiebedrijf was er klaar voor, we hadden studies uitgevoerd en waren in het bezit van de benodigde vergunningen.”

Fornix richt zich vooral op de Nederlandse markt, in afwachting van de officiële registratie van Oralgen als geneesmiddel. In het begin van haar bestaan is Fornix BioSciences ook een biotechdivisie gestart. In samenwerking met de universiteiten van Utrecht en Groningen zijn grote bedragen gepompt in onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. De verwachtingen bleken te hooggespannen. Nadat eerder een onderzoeksproject met de Universiteit van Utrecht naar een peptide tegen longemfyseem werd gestopt, is eind vorig jaar besloten ook een plasmidenonderzoek om (been)amputaties te verminderen, op te laten houden.

Alleen een onderzoek gericht op het gebruik van een peptide tegen onder meer allergie en astma, wordt nog voortgezet. De resultaten daarvan zijn hoopgevend. Mocht het zo ver komen dat er uitgebreid getest moet worden, dan zoekt Fornix samenwerking met een groot farmaceutisch bedrijf. „Alleen doen we dat niet, dat kost te veel. Vele miljoenen euro’s”, zegt Bergman.

Roossien: „Wetenschappelijk is er erg veel interessant onderzoek, maar dan heb je nog geen product. Er blijven meestal heel veel vragen over op het terrein van de bijwerkingen, de maakbaarheid van een product en het vermarkten ervan. In de praktijk is er daardoor een lange weg te gaan en vallen vele ideeën af.”

Fornix BioSciences richt zich nu op groei via een fusie of overname van een branchegenoot in de allergiesector. Ondertussen speurt de directie naarstig naar medische innovaties die het stadium van de verkoop (bijna) hebben bereikt. Twee overnames hebben geleid tot nieuwe producten bij de nieuwe divisie Theranostics: eentje om snel een microbiologische test uit te voeren (vervanging van het zogenaamde op kweek zetten), de ander om zonder gevaar voor besmetting draadloos een incontinentietype vast te stellen. In beide gevallen moet het bedrijf bij de verkoop forse barrières bij microbiologen en andere specialisten overwinnen. „Het zijn fantastische producten, maar innovatieve zaken zijn heel erg moeilijk te verkopen”, verzucht Bergman. „We houden voorlopig vol, maar niet tegen elke prijs.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer