Tegestanders grondwet op grote voorsprong
Met minder dan twee weken voor het referendum voor de boeg, heeft de nee–campagne een grote voorsprong genomen in de peilingen. Van de mensen die zeker gaan stemmen in het referendum op 1 juni, is nu 54 procent tegen de grondwet en slechts 27 procent voor. Dat blijkt uit onderzoek van TNS NIPO in opdracht van RTL Nieuws.
Bij de vorige peiling in maart lagen de percentages voor– en tegenstemmers niet ver uit elkaar. Inmiddels ligt er een gapend gat. „Dit is een slecht teken, maar we hebben nog twee weken", zei staatssecretaris voor Europese Zaken Nicolaï in RTL Nieuws.
Van de nee–stemmers zegt 94 procent dat de Europese eenwording te snel gaat. 58 procent stemt tegen de grondwet uit protest tegen het kabinet–Balkenende. Ook de dure euro is een reden om tegen te stemmen.
Volgens de peiling gaat 38 procent van de stemgerechtigde Nederlanders „zeker" stemmen. Dat is meer dan genoeg voor partijen als het CDA en de PvdA om de uitslag over te nemen. Sinds de vorige peiling in maart is het percentage voorstemmers licht gestegen van 26 naar 27. Maar het percentage tegenstemmers steeg van 38 naar 54.
Volgens TNS NIPO liggen de verhoudingen onder alle Nederlanders, van wie de meesten dus nog niet weten óf ze gaan stemmen, iets dichter bij elkaar. Hier wil 18 procent voor stemmen en 36 procent tegen. In maart was dit respectievelijk 22 om 24 procent.
De voorstanders van de grondwet zijn ervan doordrongen dat een ultieme eindsprint nodig is om het tij te keren. In de pauze van het ’verantwoordingsdebat’ in de Tweede Kamer gingen ministers en staatssecretarissen donderdag op het Plein in Den Haag campagne voeren. De fractievoorzitters van de regeringspartijen CDA, VVD en D66 kozen er zelfs voor het belangrijke debat te laten schieten en te gaan ’folderen’ in het centrum van Utrecht.
Daar deed VVD–aanvoerder Van Aartsen de kritiek van PvdA–leider Bos op het wegblijven bij het verantwoordingsdebat af als een „Binnenhofs gedoetje". Campagne voeren voor de grondwet heeft voor Van Aartsen nu eenmaal de hoogste prioriteit. D66–leider Dittrich noemde het „heel raar dat juist Wouter Bos nu kritiek heeft. Hij zegt toch altijd dat politici de straat op moeten?" Ook Verhagen vond dat Bos niet moet zeuren.