Blair probeert Noord–Ierse patstelling te doorbreken
De Britse premier Tony Blair doet donderdag hernieuwde pogingen om de patstelling in het Noord–Ierse vredesproces te doorbreken. Blair ontvangt donderdagmiddag de radicale dominee Iain Paisley van de Democratische Unionistische Partij (DUP) en leider Gerry Adams van Sinn Féin, de politieke tak van het Ierse republikeinse leger IRA.
De kans dat Blair erin zal slagen weer voortgang in het vredesproces te bewerkstelligen, wordt niet groot geacht. De DUP, die een klinkende overwinning boekte bij de verkiezingen voor het Lagerhuis van 5 mei, weigert met Sinn Féin te praten, zolang de IRA niet ontwapent. Bovendien rekent de DUP de politieke republikeinse beweging een bankoverval aan met een buit van 40,1 miljoen euro, waarvoor de autoriteiten de IRA verantwoordelijk houden.
De Amerikaanse gezant voor Noord–Ierland, Mitchell Reiss, heeft de IRA woensdag opgeroepen om ondubbelzinnig te reageren op eerdere oproepen van Sinn Féin om de wapens neer te leggen.
Blair staat onder druk om het regionale parlement weer Noord–Ierland te laten regeren, maar dan zonder Sinn Féin. Noord–Ierland wordt sinds 2002 vanuit Londen bestuurd, na beschuldigingen dat de IRA via Sinn Féin zou zijn geïnfiltreerd in het Britse ministerie voor Noord–Ierse Zaken.
De nieuwe Britse minister voor Noord–Ierse Zaken, Peter Hain, heeft woensdag verklaard dat er geen aparte afspraken worden gemaakt om de vrede in Noord–Ierland te garanderen. Gezamenlijke gesprekken zijn volgens hem de enige weg om een langdurige politieke oplossing te bereiken. Hij hoopt binnen enkele maanden het vredesproces vlot te kunnen trekken.