Politiek morrelt aan strikte opsporingswet
Minister Donner van Justitie sluit niet uit dat politie en justitie in de toekomst weer vaker gecontroleerd drugs of andere zaken zullen doorlaten in het belang van de opsporing. Sinds de invoering van de wet Bijzondere Opsporingsbevoegdheden (BOB) in 2000 is dat slechts onder strikte voorwaarden mogelijk. Hiervan wordt nauwelijks gebruik gemaakt.
In de praktijk gaan opsporingsdiensten echter op een creatieve manier om met de scherpe regels, bleek eerder uit een evaluatie van de BOB die de Tweede Kamer woensdag besprak met Donner. De opsporingsdiensten ’luisteren even niet mee’ zodra informatie los komt over een specifieke invoer. Als zij officieel niets hierover weten, hoeven ze ook niet de strikte voorwaarden te volgen.
Om deze reden is het CDA er niet op tegen als het huidige „muizengaatje een hamstergaatje" wordt. Donner gaf daarop tijdens het debat aan dat hij bij het Openbaar Ministerie zal nagaan wat het reële probleem is. „Ik sluit een verruiming op voorhand niet uit", aldus Donner. Wel vindt hij waakzaamheid geboden omdat met de doorvoer ooit de IRT–affaire is begonnen. De PvdA steunt Donner vooralsnog en wil eveneens voorkomen dat de doorvoer van „kwaad tot erger wordt", aldus Kamerlid Wolfsen (PvdA).