Tegenstanders aftocht Gazastrook houden oefening
Anderhalf uur nadat demonstranten in Jeruzalem een kruispunt hebben afgezet, stuiven tientallen mensen alle richtingen op. Dat is het moment waarop de maat vol is voor de politie en de ontruiming kan beginnen.
Motoragenten rijden de kruising op. Uit een megafoon kraakt een stem: „Iedereen die zich nog op dit kruispunt bevindt, overtreedt de wet.” Grenswachten rennen achter de grootste oproerkraaiers aan. Telkens als er een bij de armen wordt gegrepen en in de richting van het arrestantenbusje wordt geduwd, stijgt een gejuich onder het publiek op, alsof er een doelpunt is gemaakt.
Als er enkele arrestaties zijn verricht, blijkt de blokkade verbroken en kunnen de auto’s en de bussen weer doorrijden. Af en toe nog springen schoolmeisjes voor een motorkap en ze giechelen: „Joden verbannen geen joden.”
Wat de tegenstanders van premier Sharons ontruimingsplannen betreft, was het maandag een repetitie. Op veertig plaatsen in Israël zetten zij wegen af en veroorzaakten daarbij vele tientallen kilometers file. In augustus willen de demonstranten eveneens het verkeer stilleggen, zodat de politie niet genoeg manschappen heeft om joodse nederzettingen in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever te ontruimen.
De demonstranten werden een voor een weggesleept en de politie gebruikte bij het vrijmaken van de kruispunten hooguit het waterkanon. Driehonderd demonstranten werden gearresteerd. Sommigen automobilisten waren kwaad, maar anderen toonden bijval door te toeteren toen ze eindelijk door konden rijden.
De wegafzettingen maandag waren een initiatief van de organisatie Bayit Leumi (Nationaal Thuisland). Eerder hadden tegenstanders van de ontruiming ook al blokkades uitgevoerd, maar die waren op minder grote schaal. De politie had de demonstraties van de rechts-radicalen verwacht, maar de 4000 agenten bleken niet in staat een chaos te voorkomen.
Bewoners van Gush Katif, het blok van joodse nederzettingen in het zuiden van de Gazastrook, deden niet mee aan de blokkades. Een deel van de bewoners is het oneens met het afsluiten van wegen, omdat ze vrezen dat ze op deze wijze de sympathie bij de bevolking verliezen.
De Israëlische regering van Ariel Sharon is van plan de joodse nederzettingen in de Gazastrook en vier op de Westelijke Jordaanoever te ontruimen. Israël bezette deze gebieden in de Zesdaagse Oorlog van 1967 en stond toe dat daar joodse nederzettingen werden gebouwd. De nederzettingen blijken nu een blok aan het been voor de staat. Palestijnen hopen in de Gazastrook en op de Westoever een eigen nationaal thuisland te stichten.
Inmiddels heeft het in Jeruzalem gevestigde Floersheimer Instituut voor Beleidsstudies gepleit voor uitstel van de terugtrekking met een halfjaar. Dat staat in een rapport van de geograaf professor Yossi Katz van de Bar Ilan Universiteit en de socioloog dr. Miriam Billig van het Ariel Academisch College getiteld ”Het losmakingsplan: de hervestigingsfase”. De onderzoekers zeggen dat de evacuatie wel in augustus moet beginnen, maar pas zes maanden later moet worden afgerond. Dat zal de regering meer tijd geven de evacuatie goed uit te voeren.
De Israëlische regering heeft volgens Katz de aandacht dusver gericht op de evacuatie zelf, zoals de training van leger en politie. Maar er is nog nauwelijks aandacht gegeven aan de vraag waar de mensen heen moeten. De kans bestaat nu dat er een vluchtelingenprobleem wordt gecreëerd.
In de zes maanden kunnen ook onderhandelingen worden gevoerd met de Palestijnen en internationale organisaties over de vraag wat er gebeuren moet met de huizen en bedrijven.
Billig zei dat in gesprekken met de bewoners van de te ontruimen joodse nederzettingen bleek dat de tijd voor de evacuatie te kort is. Uitstel zou betekenen dat de stress zou verminderen. Volgens haar is het een goed idee de evacuatie in fases uit te voeren: eerst moeten de tuinbouwbedrijven worden ontmanteld, vervolgens andere bedrijven en ten slotte de woonhuizen.
De onderzoekers gaven toe dat de tot dusver ongeveer de helft van de te evacueren bewoners in een staat van ontkenning verkeert en daarom ook geweigerd heeft over evacuatie te praten. Volgens de geograaf professor Shlomo Hasson, de vice-directeur van het Floersheimer Instituut, kan de regering de extra tijd gebruiken om te proberen meer steun voor de ontruiming te creëren. Teams kunnen zich bezighouden met het maken van plannen voor hervestiging en de mensen die verhuizen moeten bij het proces worden betrokken. Als blijkt dat de bewoners zonder strijd willen vertrekken, zal dat de steun onder het Israëlische publiek voor de evacuatie doen toenemen.
Volgens opiniepeilingen is de steun voor het plan tot eenzijdige terugtrekking onder de 60 procent gedaald. Eerst was 65 procent van de bevolking voor de ontruiming.