Oostenrijk viert 50 jaar soevereiniteit
In Oostenrijk is zondag herdacht en gevierd dat het land vijftig jaar geleden zijn soevereiniteit terugkreeg. Daarmee kwam in 1955 een einde aan een periode waarin Oostenrijk zeventien jaar eerder was geannexeerd door nazi-Duitsland en na de Tweede Wereldoorlog door de geallieerden was bezet.
De onafhankelijkheid werd in Oostenrijk zondag op grote schaal gevierd. Zo was er in Wenen een groot feest in de openlucht. Ook werd de ceremonie van de soevereiniteitsoverdracht in het Schloss Belvedere herhaald. In het kasteel in Wenen werd op 15 mei 1955 het Oostenrijkse Staatsverdrag ondertekend. Daarmee kwam een einde aan de opdeling van Oostenrijk in vier bezettingszones en de opdeling van Wenen in vier sectoren.
In een toespraak zei de Oostenrijkse bondskanselier Wolfgang Schüssel dat het verdrag een halve eeuw later nog altijd „een mandaat voor vrede” betekent. De officiële ceremonie werd ook bijgewoond door vertegenwoordigers van de Verenigde Staten, Rusland (als opvolger van de Sovjet-Unie), Groot-Brittannië en Frankrijk, de landen die Oostenrijk vanaf 1945 tien jaar lang bezet hielden.
In 1955 sloten de geallieerde overwinnaars na lang onderhandelen een akkoord over Oostenrijk. Het land mocht volledig zelfstandig land worden onder voorwaarde dat het land altijd neutraal zou blijven. In tegenstelling tot in Duitsland werd de Sovjet-zone geen apart land.
Door onder meer de Marshallhulp kwam Oostenrijk er daarna economisch weer bovenop. Ook keerde het alpenland langzaam weer terug op het internationale politieke toneel. Na de ineenstorting van het communisme in Oost-Europa werd Oostenrijk meer betrokken bij de Europese politiek. In 1995 werd het land lid van de Europese Unie en in 2002 voerde het de euro in.