Doden door bomaanslagen Irak
In Irak zijn zaterdag weer zeker drie bomaanslagen gepleegd en het Amerikaanse leger meldde dat negen mariniers zijn overleden als gevolg van de hevige gevechten in het westen van het land.
Het geweld is volgens de autoriteiten de reden dat de noodtoestand die 7 november werd uitgeroepen, met ingang van zaterdag weer met dertig dagen is verlengd behalve in de drie noordelijke overwegend Koerdische regio’s.
Een autobom ontplofte zaterdag in Bagdad. De dader reed het voertuig in een konvooi van politieauto’s en liet het exploderen. Er vielen volgens de politie zeker vier doden en tien gewonden.
Eerder op de dag vielen bij een bomaanslag in Bagdad drie doden en vier gewonden. De daders hadden het daarbij kennelijk gemunt op een kantoor van de gemeentelijke onderhoudsdienst van straten en wegen in Bagdad.
In Mosul kwamen zaterdag twee burgers om het leven toen een autobom ontplofte op het moment dat een Amerikaans konvooi door een straat passeerde. Een Iraakse politieagent raakte daarbij gewond. Twee Iraakse agenten en twee burgers kwamen om het leven door gevechten in de stad Samarra.
Deze week zijn zeker 25 Amerikaanse militairen om het leven in Irak gekomen, een van de bloedigste weken voor de strijdkrachten die het land in maart 2003 binnenvielen. Volgens onafhankelijke waarnemers zijn als gevolg daarvan minstens 21.500 Irakezen gedood.