Onlusten in Oezbekistan lijken voorbij
Het Oezbeekse leger heeft vrijdag grof geweld gebruikt om onlusten in de stad Andijan in het oosten van Oezbekistan te onderdrukken. Militairen openden het vuur op duizenden betogers die zich voor het gemeentehuis van de stad hadden verzameld. Volgens ooggetuigen vielen daarbij tientallen doden. Bij het vallen van de avond vrijdag leek de rust grotendeels weergekeerd.
De onrust in Andijan, een stad met 350.000 inwoners in de onrustige Ferganavallei, begon donderdagnacht, toen een menigte demonstranten de gevangenis bestormde om 23 van islamitisch extremisme verdachte zakenlieden te bevrijden. Na de bestorming wisten echter niet alleen de zakenlieden, maar ook zeker 2000 andere gedetineerden de gevangenis te ontvluchten.
Vervolgens trokken duizenden betogers de straten van de stad in, waar zij in botsing kwamen met politieagenten en verschillenden overheidsgebouwen bezetten. Volgens de autoriteiten vielen bij de eerste onlusten al zeker negen doden, maar een leider van de demonstranten, Kaboeljon Parpijev, zei dat in de loop van de dag tegen de vijftig mensen waren omgekomen.
Vrijdagmiddag leken de demonstranten een groot deel van het centrum van de stad in handen te hebben. Veelal gewapende betogers wierpen eigen controleposten in de stad op.
Aan het eind van de middag begonnen militairen, die eerder op de dag in lange colonnes pantserwagens uit andere steden naar Andijan waren gekomen, naar het centrum op te rukken. Eenmaal aangekomen op het plein voor het bezette gemeentehuis, openden zij het vuur op de daar samengekomen menigte. Een fotograaf zag later zeker tien ogenschijnlijk door kogels geraakte mensen op het plein liggen. Andere ooggetuigen noemden hogere aantallen.
De autoriteiten meldden vrijdagavond dat de situatie onder controle was en dat de bezette overheidsgebouwen in handen van de militairen waren. De Oezbeekse president, Islam Karimov, en andere leden van de regering, die zich eerder op de dag naar Andijan hadden gespoed, keerden terug naar de hoofdstad Tasjkent, mogelijk een teken dat de rust inderdaad was weergekeerd. Wel bleven de signalen van alle buitenlandse tv-zenders in Oezbekistan geblokkeerd, waardoor inwoners van het land voor nieuws niet konden afstemmen op CNN, BBC of de Russische televisie. Ook hielden de autoriteiten in Kirgizië en Kazachstan hun grenzen met Oezbekistan voorlopig gesloten.
De 23 zakenlieden die bijna een jaar geleden werden opgepakt, worden verdacht van ongrondwettelijke activiteiten en het vormen van een criminele en extremistische organisatie. Zij worden beschuldigd van lidmaatschap van de religieuze organisatie Akramia en contacten met de radicale moslimpartij Hizb-ut-Tahrir. Deze laatste wordt door de overheid verantwoordelijk gehouden voor aanslagen waarbij vorig jaar vijftig doden zijn gevallen. Hizb-ut-Tahrir ontkent dat en zegt tegen geweld te zijn.