Buitenland

Ethiopiërs staan nog onwennig tegenover nieuwe vrijheden in aanloop naar verkiezingen

Nog niet eerder in de geschiedenis van Ethiopië heeft het land zulke vrije en open debatten gekend als in de aanloop naar de verkiezingen van morgen. Of het een machtswisseling betekent is echter beslist niet gezegd: „Een bekende duivel is te verkiezen boven een onbekende heilige.”

Mark Wallet
13 May 2005 19:57Gewijzigd op 14 November 2020 02:32
ADDIS ABABA – Aanhangers van de regeringspartij in Ethiopië proberen via radiopropaganda stemmen te winnen voor de verkiezingen van zondag. Voor het eerst in de Ethiopische geschiedenis is er ook voor de oppositie ruimte om campagne te voeren. Foto EPA
ADDIS ABABA – Aanhangers van de regeringspartij in Ethiopië proberen via radiopropaganda stemmen te winnen voor de verkiezingen van zondag. Voor het eerst in de Ethiopische geschiedenis is er ook voor de oppositie ruimte om campagne te voeren. Foto EPA

De bevolking van Ethiopië is totaal niet gewend inspraak te hebben en kritiek te leveren op de zittende regering. Onder de jarenlange regering van keizer Haile Selassie, die het land regeerde van 1941 tot 1974, en het harde marxistische bewind dat daarop volgde onder Mengistu was er van enige mogelijkheid tot vrije gedachtevorming geen sprake. De regering stond gelijk aan God. Daar ging je niet tegenin.

Bovendien had het gros van de bevolking wel andere dingen aan het hoofd: in de jaren zeventig en tachtig brachten droogte, honger en oorlog miljoenen Ethiopiërs in het schemergebied van de dood. Grote delen van het land leefden in bittere armoede.

Dat is onder de huidige president Meles Zenawi, die in 1991 aan de macht kwam, nauwelijks veranderd. Onder hem gingen de politieke en economische omstandigheden er weliswaar enigszins op vooruit, maar nog altijd zijn ten minste 5 miljoen inwoners aangewezen op buitenlandse voedselhulp. Ethiopië behoort tot de armste landen van Afrika. Ook stelt de regering-Zenawi dissidente opvattingen nog altijd niet bepaald op prijs.

Nietszeggende exercitie
In de aanloop naar de verkiezingen van morgen kreeg de oppositie echter plotseling de vrijheid tot openlijke verkiezingsbijeenkomsten en ging de regeringspartij een openlijk debat aan met haar tegenstanders. Dat was nog nooit eerder vertoond. De oppositie, die momenteel twaalf zetels bezet in het parlement, tegen 481 zetels voor de regeringspartij, heeft haar krachten gebundeld in de Coalitie voor Eenheid en Democratie (CUD) en de Verenigde Ethiopische Democratische Krachten (UEDF) en maakt driftig gebruik van het nieuwverworven recht.

Het regeringsgezinde persbureau Walta beschrijft trots hoe afgelopen zaterdag meer dan 1 miljoen aanhangers van de regeringspartij EPRDF (Ethiopisch Democratisch Revolutionair Volksfront) in de hoofdstad Addis Abeba bijeenkwamen, terwijl de zondag erop de stad vol liep met evenzo veel aanhangers van de oppositionele CUD. „De ordelijkheid van deze twee bijeenkomsten en vele andere politieke bijeenkomsten die in vele delen van het land plaatsvinden, spreekt van de geciviliseerdheid van het Ethiopische volk en de professionaliteit van de wetgevende organen in dit land”, verzekert het persbureau.

Ook internationale organisaties prijzen de ontstane vrijheid. Zo zei EU-verkiezingswaarnemer Tim Clark dat de openheid van het debat ongekend is in de Ethiopische geschiedenis. „Voor mensen die hier langer zitten, is het een wonder wat er nu gebeurt. Natuurlijk zijn er tekortkomingen, maar dit zijn pas de derde verkiezingen in dit land”, aldus Clark.

Er zijn echter ook kritischer geluiden. De Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) verklaarde deze week dat de verkiezingen in de grootste regio van het Oost-Afrikaanse land, Oramia, een „nietszeggende exercitie” zullen worden. HRW signaleerde toenemende overheidsrepressie in het gebied. Ook de waarnemers van de Europese Unie rapporteerden meerdere gevallen van intimidatie, hoewel zij overhelden naar een positief beeld.

De Ethiopische minister van Informatie, Bereket Simon, deed de uitkomsten van het HRW-rapport af als resultaten die „niets met de werkelijkheid” van doen hebben. Dat is onmiskenbaar te sterk geformuleerd. Minister-president Zenawi verscheen deze week nog op de nationale televisie om het volk duidelijk te maken dat de oppositie opriep tot rassenhaat en volkerenmoord. Hij trok daarbij de vergelijking met de genocide in Rwanda in 1994. Het leidde tot grote verontwaardiging bij oppositieaanhangers en waarnemers.

De achtergronden van de grotere openheid in deze verkiezingen zijn moeilijk te peilen. Alleen al vanwege zijn lidmaatschap van de Commissie voor Afrika, die de Engelse premier Tony Blair vorig jaar bij elkaar riep om te komen tot een effectieve armoedebestrijding in Afrika, kan Zenawi weinig anders. Een van de belangrijkste speerpunten van het rapport dat de commissie uitgaf, was immers het stimuleren van open, democratische regeringen in Afrika.

Onwennigheid
Bij de presentatie van het commissierapport in Addis Abeba op 11 maart riep Zenawi de Afrikaanse landen het rapport volledig te accepteren. „Dit is ons rapport, onze prestatie als Afrikanen. Het is aan ons het ons volledig toe te eigenen.” Zijn eigen uitspraken verplichten hem dus tot vrije verkiezingen. Blair zal hem vanuit Londen anders ongetwijfeld aan zijn woorden en aan het lidmaatschap van de commissie herinneren. Volgens oppositieleden is er bij Zenawi echter vaak sprake van holle retoriek. Het gevaar is niet denkbeeldig dat de geboden openheid ook niet meer dan een rookgordijn is.

Volgens Gestachew Melke in de zelfstandige krant Addis Tribune is het voor iedere Ethiopiër duidelijk dat Zenawi de verkiezingen niet zal laten uitlopen op een nederlaag voor hem persoonlijk. Om dat te voorkomen zal hij desnoods laten knoeien met de verkiezingsuitslag. Met alleen al 150 waarnemers uit Europa, die voor het eerst bij verkiezingen in Ethiopië aanwezig zijn, zal dat echter moeilijker gaan dan voorheen.

Om te voorkomen dat de getoonde vrijheden geen eenmalige oefening zijn, is er behoefte aan institutionele hervormingen die het democratisch systeem waarborgen, schreef de commentator van Capital Ethiopia vorige week. „Pogingen om debatten en oppositiepartijen te onderdrukken zullen Ethiopië terugwerpen in de donkere tijden van ons politieke verleden.” Met andere woorden: vrije verkiezingen zijn nog geen garantie voor blijvende openheid.

De oppositie heeft bovendien tijd nodig om zich goed neer te kunnen zetten. In de paar weken voor de verkiezingen is de ruimte maar beperkt. Het enige wat de oppositie nu kan doen is de tekortkoming van de regerende partij vertalen in eigen speerpunten. Ze heeft nog geen eigen verleden om op terug te grijpen. Een Ethiopisch spreekwoord zegt: „Een bekende duivel is te verkiezen boven een onbekende heilige.” Veel kiezers zullen wellicht gewoonte- én plichtsgetrouw kiezen voor de regeringspartij.

Een groot deel van de bevolking staat bovendien zeer onwennig tegenover oppositionele geluiden. Daar zit, schrijft Melke, ook een zeer religieuze houding achter. Wanneer er iets verkeerd gaat, is de Ethiopiër eerder geneigd daarin de hand van God te zien en daarin te berusten. Voor een representatieve weergave van de wil van het Ethiopische volk zal de wereld wellicht om meerdere redenen tot de volgende verkiezingen moeten wachten. Dan zal de huidige openheid echter wel meer moeten zijn dan een korte toneelvoorstelling voor westers publiek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer