Nazi-kopstuk Albert Speer alsnog ontmaskerd
Een televisiedocumentaire over Hitlers architect en minister Albert Speer leidt in de Duitse pers tot een nieuw debat over zijn vermeende onwetendheid van de nazi-misdaden. Wist de man die misschien wel het dichtst bij de Führer stond werkelijk niets van de holocaust?
Speer (1905-1981) kwam er in Neurenberg met twintig jaar gevangenisstraf genadig van af. Hij was de regisseur van de partijdagen in Neurenberg. Hij ontwierp Germania, de megastad die alleen als maquette en in Hitlers fantasie gestalte kreeg. Hij was tijdens de Tweede Wereldoorlog als minister van Bewapening verantwoordelijk geweest voor het ronselen van miljoenen dwangarbeiders. Als minister wist hij ondanks de bombardementen de productie van oorlogstuig sterk op te voeren.
Toch kreeg hij niet de strop, zoals de meeste andere beklaagden in Neurenberg. En Hitlers Nero-bevel om het vaderland in de as te leggen, voerde hij, Hitlers trouwste dienaar, niet uit. En hij wist, zo zei hij zelf, niets van de holocaust.
Veel Duitsers gebruikten zijn woorden. „Als Speer al van niets wist, hoe hadden wij het dan kunnen weten?” Speers ”Herinneringen” (1969) en ”Spandauer Dagboeken” (1975) behoren tot de bestverkochte Duitse werken. Bijna ononderbroken ging bij de slanke, goed uitziende man in Heidelberg de telefoon; journalisten, historici en geïnteresseerden wilden hem over het verleden spreken. Verscheen hij op de televisie, dan schakelden honderdduizenden over om hem te zien en te horen.
Heinrich Breloer, de regisseur van de tv-documentaire ”Speer und Er” (Speer en hij), probeert Hitlers architect te ontmaskeren. Volgens Breloer moet Speer als nazi-kopstuk hebben geweten van de holocaust of de massale inzet van dwangarbeiders. Hij laat Speer zien als een man die zonder mededogen joodse woningen laat ontruimen. Speer was, aldus Breloer, geen onderdeel van de nazi-terreur, „hij wás de terreur.”
De Britse journaliste Gita Sereny, auteur van de biografie ”Albert Speer” (1995), zette zich deze week in een interview met het dagblad Die Welt af tegen het beeld dat Speer niets moest hebben van joden. „De beginvraag moet luiden: Wat voelde hij bij joden? Ik zeg: Helmaal niets. Hij was allesbehalve een actieve hater van de joden. Ze lieten hem eerder onverschillig.”
Sereny vervolgde: „Speer had geen tijd. Hij had ongelooflijk veel te doen. Vandaag zou men hem een workaholic noemen. Hitler was voor hem het belangrijkste. Hitler vulde zijn leven. Dat was de dynamo. Niet de misdaden, maar Hitler. De jodenkwestie, waar hij buitenstond, was een enorme belasting voor zijn ziel.”
De Britse journaliste was amper uitgesproken of de Frankfurter Allgemeine (FAZ) kwam op grond van een vraaggesprek met Breloer en Albert Speer jr. met het bericht dat Speer van Auschwitz wist. Hij is mogelijk de man geweest die van het krijgsgevangenenkamp Auschwitz een vernietigingskamp heeft gemaakt.
In het interview toont Breloer documenten waaruit duidelijk blijkt dat Speer op de hoogte was van de gruweldaden die in het concentratiekamp werden gepleegd. De FAZ schrijft: „In een land waar niemand een spijker in de muur mocht slaan zonder toestemming van de bewapeningsminister, was aankoop van vernietigingstechnologie, barakken, crematoria en lijkenhallen zonder kennis van Speer ondenkbaar. De uitbouw van het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau had, zoals we nu weten, zelfs een naam: het was het speciale programma ”Prof. Speer”.”
Speer heeft, aldus de FAZ, menigeen een rad voor ogen gedraaid. Wie hem al heel vroeg in de gaten had was Wolf Jobst Siedler, de uitgever van zijn boeken. Die zei in de jaren zestig van de charmante Speer: „Hij is niet alleen de organisator van de Duitse oorlogsindustrie geweest, maar ook van zijn eigen beeld.” Speer hoorde Siedlers woorden en glimlachte verschrikt en beschaamd.
Speers zorgvuldig opgebouwde beeld van de misleide Faust ligt in stukken. Vooral de kinderen moeten zich bedrogen voelen. Neem Albert Speer junior. Hij werd op de Obersalzberg aan Hitler voorgesteld alsof deze een vriendelijke oom was. „Later bleek hij een massamoordenaar te zijn. Kinderen hebben geen antenne voor misdadigers.”
Later, na zijn veroordeling, schaamde de vader zich tegenover zijn kinderen voor zijn verleden. De kinderen schaamden zich voor hun vader en zijn verleden. Albert Speer junior herinnert zich het steeds terugkerende lange, verstikkende zwijgen als hij bij zijn vader in de gevangenis in Spandau op bezoek kwam. Er werd nauwelijks gesproken. Voortdurend keek Speer jr. op zijn horloge of de tijd al om was.
De kinderen Speer hebben weinig aan hun vader gehad. In de oorlogsjaren was Speer altijd bij Hitler en na de oorlog zat hij twintig jaar gevangen. Albert Speer jr. tegenover de FAZ: „Mijn vader was feitelijk altijd ver weg. Hij was eigenlijk nooit mijn vader.”