Hoofdrol weggelegd voor duister volk bij Surinaamse verkiezingen
De algemene verkiezingen van 25 mei in Suriname zullen gedenkwaardige worden. Niet alleen gaat het erom spannen wie het land de komende vijf jaar mag besturen, vooral het aantal kandidaten met een discutabele achtergrond springt in het oog. Van fraudeurs en handtastelijke politici tot veroordeelde drugshandelaren en zelfs een van moord verdachte partijleider doen mee.
Om in Suriname op het hoogste politieke niveau mee te mogen draaien, hoef je niet van onbesproken gedrag te zijn. Veel wordt met de mantel der liefde bedekt. En val je toch door de mand, dan is er geen partij die je in de steek laat. Het meest voor de hand liggende voorbeeld is natuurlijk Desi Bouterse. Als voorzitter van de Nationale Democratische Partij (NDP), al jaren de grootste zelfstandige partij van het land, zat hij de afgelopen vijf jaar in het parlement.
Maar hij wil meer. Zijn veroordeling in Nederland tot elf jaar cel wegens drugshandel en de kwalificatie van hoofdverdachte in de zaak van de decembermoorden van 1982 ten spijt, mikt hij nu zelfs op het presidentschap. Hoewel niet iedereen, en vooral niet het buitenland, staat te springen om de ex-dictator op het fraaie pluche te zien belanden, is hij niet geheel kansloos. Zijn rivaal op militair terrein tijdens de dictatuur van de jaren tachtig, voormalig junglecommandoleider Ronnie Brunswijk, hoopt dat hij er met zijn bosnegerpartij ABOP nu wel in slaagt om een parlementszetel te halen. In 2000 zag het er lange tijd naar uit dat dit zou lukken, uiteindelijk kwam hij enkele stemmen tekort. Ook Brunswijk, die in 1986 de wapens oppakte en de strijd aanbond met het militaire regime van Bouterse, is in Nederland ook bij verstek veroordeeld wegens drugshandel. Daarnaast heeft hij in eigen land een fiks strafblad, vooral wegens geweldsdelicten.
Een van de grootste rivalen van Bouterse bij de verkiezingen, zijn voormalige partijgenoot en ex-president Jules Wijdenbosch, is bij de kiezers de meest populaire presidentskandidaat. Ondanks zijn desastreuze financieel-economische beleid in de periode 1996-2000, wordt hij door ruim eenderde van de stemgerechtigde Surinamers op handen gedragen.
Toch is ook hij niet een geheel onbesproken blad. Er loopt nog een parlementair onderzoek naar miljoenen euro’s die onder zijn bewind zouden zijn verdwenen. Dat onderzoek loopt al vijf jaar en leek in de doofpot te zijn beland. Met de verkiezingen voor de deur komt het de zittende regering echter goed uit de kwestie weer boven water te halen. Maar echte bewijzen zijn nog niet op tafel gelegd. En dus krijgt Wijdenbosch, nu lijsttrekker van het Democratisch Nationaal Platform 2000 (DNP2000) en presidentskandidaat, het voordeel van de twijfel van veel kiezers.
Dat kan niet gezegd worden van de voorzitter van zijn partij, ex-minister Errol Alibux. Die werd ruim twee jaar geleden tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld omdat hij gesjoemeld had bij de aankoop van een pand door de overheid. Alibux, die inmiddels zijn straf heeft uitgezeten, heeft de beschuldigingen altijd weersproken en spreekt van een politiek proces.
DNP2000 vormt bij de verkiezingen met vier andere partijen de combinatie Volksalliantie Voor Vooruitgang (VVV). Daar maakt ook de Javaanse KTPI deel van uit. Het boegbeeld van deze partij, de bejaarde Willy Soemita, belandde in de jaren zeventig een jaar ook achter de tralies omdat hij als minister had gefraudeerd. Dat was overigens geen beletsel om in de jaren negentig onder Venetiaan opnieuw tot minister te worden benoemd. In de volksmond wordt de VVV de Vereniging Voor Veroordeelden genoemd.
Een andere oppositionele combinatie, A1, herbergt eveneens een politicus met smet op het blazoen. Arti Jessurun werd in 1993 door Venetiaan uit de NPS gegooid in verband met zijn rol in de Begro/Insulair-affaire, waarbij hij omgerekend een dikke 400.000 euro ’commissie’ ontving voor zijn inspanningen om te komen tot een door Nederland gefinancierd project om sociale pakketten met eerste levensbehoeften aan de meest armlastige Surinamers uit te delen. In datzelfde schandaal viel ook de naam van de steenrijke zakenman Dilip Sardjoe, die nu voorzitter is van de BVD, een van de vijf partijen binnen de VVV.
Ook de huidige regering heeft omstreden politici binnen de gelederen. Voorzitter Paul Somohardjo van de Javaanse Pertjajah Luhur moest ruim twee jaar geleden opstappen als minister van Sociale Zaken nadat hij handtastelijk was geweest bij tienermeisjes die deelnamen aan een door zijn partij georganiseerde missverkiezing. Omdat klassenjustitie in Suriname heel gewoon is, werd hij door de rechter slechts veroordeeld tot een jaar voorwaardelijke gevangenisstraf. In de twee jaar dat hij minister was, is zijn naam regelmatig in verband gebracht met corruptie en fraude, maar deze zaken zijn nooit onderzocht. Zijn strafblad weerhoudt hem er niet van om prominent deel te nemen aan de intensieve verkiezingscampagnes.
Minister van Openbare Werken, Dewanand Balesar, moet vrezen dat hij zijn termijn niet volledig kan uitzitten. Hij heeft mogelijk een rol gespeeld in het corruptieschandaal dat zijn departement dezer dagen op de kop zet. Maandag zinspeelde hij er voor het eerst op dat hij wellicht de eer aan zichzelf houdt.
De lijst zou nog veel langer gemaakt kunnen worden, zeker als er politici bij worden betrokken waarvan een nazaat in de afgelopen vijf jaar een scheve schaats heeft gereden. Zoon Dino Bouterse zit in de gevangenis wegens betrokkenheid bij wapen- en drugshandel, de zoon van Defensieminister Ronald Assen draaide de bak in na het machinegeweer van de lijfwacht van zijn eigen vader achterover te hebben gedrukt. Een andere ministerszoon pleegde fraude bij zijn examen, en de oogappel van een parlementariër was een aantal malen betrokken bij vechtpartijen, waar hij met een wapen zwaaide.
Toch zijn er ook politici met een schoon blazoen en een zuiver geweten die aan de verkiezingen deelnemen. Gevreesd moet worden dat zij in een nieuw parlement en kabinet tot de minderheid behoren. Want Surinamers liever eerder voor een welbespraakte drugshandelaar of zedencrimineel die gouden bergen beloven dan voor een bescheiden en eerlijke kandidaat die in de campagnes de kiezers de realiteit voorschotelt en het land kan leiden naar de welvarende toekomst waar iedereen al decennia tevergeefs op wacht.