Zeven Amerikanen gesneuveld in Irak
Zeven Amerikaanse militairen zijn het afgelopen weekend gesneuveld bij gevechten met opstandelingen in Irak. Dat hebben de Amerikaanse strijdkrachten zondag bekendgemaakt.
Vier soldaten kwamen zaterdag om bij gevechten met opstandelingen, van wie een aantal zich in een ziekenhuis in de stad Haditha, ten noordwesten van Bagdad, hadden verschanst. Nog eens twee werden zondag gedood bij een bomaanslag in de omgeving van Khaldiyah, ten westen van de Iraakse hoofdstad, en weer een ander bij een explosie in Samarra, ten noorden van Bagdad.
Sinds de installatie van het kabinet van premier Ibrahim al-Jaafari op 28 april zijn bij het weer opgelaaide geweld in Irak meer dan 300 mensen gedood. De Amerikaanse senatoren Carl Levin en Chuck Hagel vinden dat de Verenigde Staten hun rol in Irak moeten heroverwegen als de Irakezen er niet in slagen een grondwet op te stellen, een nieuwe regering te vormen en een betrouwbaar veiligheidsapparaat op te bouwen. Levin zei zondag in het televisieprogramma This Week van de zender ABC dat maar een kwart van de 168.000 militairen van het nieuwe Iraakse leger in staat of bereid is tegen de opstandelingen te vechten.
Een hoge ambtenaar van het Iraakse ministerie van Transport werd zondag in Bagdad doodgeschoten toen hij op weg was naar zijn werk. Ook zijn chauffeur werd gedood, aldus de politie. De vermoorde ambtenaar was Zoba Yass, projectdirecteur van het ministerie.
Bij tegen al-Qaida in Irak gerichte invallen in Qaim, in de buurt van de grens met Syrië, doodden coalitietroepen zondag zes opstandelingen, zo meldde het Amerikaanse leger. Nog eens 54 opstandelingen werden opgepakt. Ook werden wapenvoorraden ontdekt.
De invallen werden uitgevoerd aan de hand van informatie die was verschaft door een eind april opgepakt lid van al-Qaida in Irak, Ghassan Muhammad Amin Husayn al-Rawi. In Bagdad en rond het ten zuiden daarvan gelegen Mashru pakten coalitietroepen zaterdag 55 vermoedelijke opstandelingen op. Onder hen bevindt zich volgens het Amerikaanse leger een hoge officier uit het leger van Saddam Hussein.
De Iraakse regering zegt afgelopen donderdag een vertrouweling van Al-Zarqawi gevangen te hebben genomen. Het zou gaan om Ammar Adnan Mohammed Hamza al-Zubaydi, die ook wel Abul Abbas wordt genoemd.
Al-Zarqawi zelf zou op 20 februari ternauwernood zijn ontsnapt aan het Amerikaanse leger. Bij een operatie in Anah werden toen wel twee van zijn naaste medewerkers opgepakt. Het Amerikaanse leger zegt de afgelopen maanden honderden aanhangers en medewerkers van Al-Zarqawi te hebben gedood of opgepakt. Al-Qaida in Irak wordt verantwoordelijk gehouden voor tal van aanslagen en ontvoeringen die de afgelopen twee jaar in Irak zijn gepleegd en uitgevoerd.
Een Iraakse politieofficier werd zondag naar eigen zeggen per ongeluk neergeschoten door Amerikaanse soldaten die in de Bagdadse wijk Khadra in een vuurgevecht gewikkeld waren met opstandelingen. Hij lag met twee schotwonden in het ziekenhuis. Het Amerikaanse leger had niet direct commentaar.
In Beiji ontplofte zondag een autobom in de buurt van een Amerikaanse legerpatrouille. Er vielen geen doden, maar bij een schietpartij die na de aanslag uitbrak raakte een Iraakse burger gewond.
Zaterdag vielen bij twee zelfmoordaanslagen in Bagdad 22 doden, onder wie 2 Amerikaanse burgers, en 39 gewonden.
Het Amerikaanse leger richt zich in Irak steeds meer op de bestrijding van buitenlandse rebellen en Iraakse moslimstrijders. Hun rol in de opstand wordt steeds groter, denken hoge Amerikaanse militairen. Als voorbeeld noemen zij in The Washington Post van maandag het toegenomen aantal zelfmoordaanslagen.
Tot nog toe werd de tegenstand volgens de Amerikanen vooral gevormd door „elementen van het voormalige regime” - een combinatie van aanhangers van Saddam Hussein en leden van het voormalige leger. Zij lijken zich echter te bezinnen op hun strategieën en zijn mogelijk zelfs op zoek naar een politieke overeenkomst met de nieuwe regering.
Als reactie hebben de Amerikaanse commandanten de afgelopen dagen besloten sommige grondtroepen en inlichtingendiensten te verplaatsen naar de grens met Syrië. Vanuit het buurland komen veel buitenlandse strijders Irak binnen. Ook maken de Amerikanen volgens The Washington Post meer jacht op bommenmakers en andere betrokkenen bij zelfmoordaanslagen.