Twee uur christelijk onderwijs per week
Buitenlandredacteur Richard Donk verblijft momenteel in een koptisch gezin in Egypte. Hoe is het leven als christen in een islamitisch land? Twee keer in de week doet hij verslag.
Vandaag: de zoons.
Met overgave stort een bejaarde luidspreker eentonige Arabische jammermuziek over het restaurantje uit. Op een groot tv-scherm discussiëren parlementariërs met drukke gebaren over de laatste ontwikkelingen in Egypte. In groepjes zitten enkele tientallen mannen bij elkaar - vrouwen zijn hier taboe. Sommigen lurken vergenoegd aan een waterpijp; anderen knabbelen op zonnepitten of superzoute pinda’s.
Hier, op de bovenste verdieping van een flatgebouw in hartje Caïro, ontmoet Tamir Shoukry (26) wekelijks zijn christelijke vriendengroep. Hartelijk omhelzen ze elkaar, alsof ze elkaar in tijden niet hebben gezien. Tot laat in de avond praten ze over politiek, over werk, over hun toekomstplannen.
„Mijn vriend vindt dat ik nu maar eens een vrouw moet gaan zoeken”, grijnst Tamir veelbetekenend. „Maar trouwen kost veel geld. Bovendien is de keus beperkt, want je bent aan de christelijke meisjes gebonden. Huwen met een moslim is absoluut uit den boze. En meisjes ontmoet je niet op plaatsen als deze. Vaak gebeurt dat in de kerk of je krijgt een tip van familie of kennissen.”
Over zijn inkomen heeft Tamir overigens niets te klagen. Hij werkt als vertaler bij Arab West Report, een organisatie die artikelen over de relatie tussen christenen en moslims in de Arabische wereld selecteert en in het Engels overzet. ’s Avonds geeft hij privé-lessen Engels bij mensen aan huis.
Zijn broer Ihab (27) heeft het nog beter getroffen. Ook hij is in dienst van Arab West Report en geeft eveneens privé-les, maar daarnaast is hij leraar Engels op een school in Caïro. Bij elkaar verdient hij ruim 300 euro per maand, meer dan twee keer zo veel als zijn vader. De beide broers dragen echter een flink deel van hun inkomsten af om het gezin Shoukry te ondersteunen.
Tamir en Ihab bezochten een algemene overheidsschool. Twee keer per week kregen ze daar een uurtje godsdienstles. „De christelijke leerlingen gingen dan naar een apart lokaal, waar we in de christelijke religie werden onderwezen”, vertelt Tamir. „Ik vond het heel fijn dat we als christenen op die manier de gelegenheid hadden om op school over ons geloof te praten.”
Desondanks had Tamir ook veel moslimvrienden. „Tegenwoordig ga ik niet meer met hen om, maar dat wil niet zeggen dat ik ooit problemen met islamieten heb gehad. Ik ken genoeg verhalen van anderen. Ik weet echter ook dat sommige christenen snel geneigd zijn te generaliseren en kleine incidenten op te blazen.”
Zijn broer Ihab is wat minder positief. „Ik heb geluk dat mij nog nooit iets is overkomen”, zegt hij. „Het is weliswaar niet moeilijk om als christen in Egypte te leven, maar af en toe moet je wel heel veel geduld hebben. Ik hoor van mensen dat zij worden nageroepen. Dat in moskeeën negatieve dingen over ons worden gezegd. Dat kinderen op straat met stenen naar christenen gooien.”
Tamir Shoukry is bezorgder om het imago dat Egyptenaren in het algemeen in het Westen hebben. „Na 11 september zien ze ons allemaal als extremisten en terroristen. Wij willen in hun ogen niets liever dan alle buitenlanders doodmaken. Als je wist hoe lastig het voor ons is om een visum voor Europa of Amerika te krijgen. Er is veel onkunde, en daardoor veel onbegrip. Dat frustreert me.”
Ihab maakt zich drukker om de gevaren die de Egyptische christenen van binnenuit bedreigen. „Er zijn nogal wat christenen die slechts één keer per jaar naar de kerk gaan. Er staat op hun identiteitskaart dat ze christen zijn, maar daar houdt het dan ook mee op. Dat vind ik een veel grotere bedreiging dan de moslims. Voor mij is het geloof iets dat diep in mijn hart verankerd zit. Het komt aan op de persoonlijke relatie met God.”
Rond 24.00 uur houden Tamir en zijn vrienden het voor gezien. Het restaurantje zit nog steeds propvol. Een gammele lift daalt piepend en krakend naar de begane grond af, richting de zwoele Egyptische nacht. De jammermuziek sterft langzaam weg.