Taiwan en China zetten stap naar verzoening
Voor het eerst sinds 1949 heeft een Chinees staatshoofd de hand gedrukt van een leider van de nationalistische partij Kwomintang uit Taiwan. De Taiwanese oppositieleider Lien Chan en de Chinese president Hu Jintao onderstreepten vrijdag beiden dat de ontmoeting een eerste stap is op weg naar verzoening tussen de Chinese communisten en de Taiwanese nationalisten.
Hu noemde de komst van Lien „een geweldige gebeurtenis in de relatie tussen de Communistische Partij en de Nationalistische Partij.” De twee partijen zijn de afgelopen jaren nader tot elkaar gekomen, mede dankzij hun gezamenlijke afkeer van de Taiwanese president Chen Shui-bian, die wil dat Taiwan wordt erkend als onafhankelijk land. Niet alleen volgens de Chinese communisten, maar ook volgens de Taiwanese nationalisten horen China en Taiwan nog steeds bij elkaar.
Voor ze zich met hun delegaties terugtrokken voor een onderhoud achter gesloten deuren, voerden Hu en Lien een gesprek dat rechtstreeks werd uitgezonden door de Chinese en Taiwanese televisie. Hu zei daarin dat China en Taiwan zich moeten richten „op vrede, stabiliteit en ontwikkeling.” Lien sprak zich eveneens uit voor verzoening en vrede tussen China en Taiwan. Hu zei ook dat het bezoek van Lien de betrekkingen tussen China en Taiwan een nieuwe impuls heeft gegeven.
Op een persconferentie gaf Lien toe dat hij niet direct weet hoe verzoening tussen China en Taiwan kan worden bereikt, omdat zijn Nationalistische Partij geen deel uitmaakt van de Taiwanese regering. „Of het mogelijk is hangt ervan af of de regerende partij de verantwoordelijkheid wil nemen”, zei hij. „De Nationalistische Partij zit in de oppositie en kan slechts voorstellen doen.”
Hu en Lien verklaarden volgens Chinese media dat de communistische partij van China en de Kwomintang zullen streven naar nieuwe onderhandelingen over de relatie tussen China en Taiwan. Het gaat dan niet alleen om de status van het eiland maar ook om directe vlieg- en bootverbindingen, evenals om de vorming van een gemeenschappelijke markt. Lien liet ook vastleggen dat onafhankelijkheid van Taiwan geen optie is.
Een woordvoerder van de Taiwanese regering verklaarde vrijdagmiddag dat China wel zegt de relatie met Taiwan te verbeteren, maar daar eigenlijk niets van meent. „De militaire slagkracht van China bedreigt nog altijd het Taiwanese volk, en Peking laat geen gelegenheid voorbijgaan om Taiwan internationaal te isoleren”, aldus de zegsman tegenover de Taiwanese pers.
In 1949 eindigde de burgeroorlog in China met de vlucht van de Kwomintang onder aanvoering van Chiang Kai-shek naar het eiland Taiwan. De nieuwe communistische staatsleiding die zich in Peking vestigde, beschouwt Taiwan sindsdien als een opstandige provincie.