Dat heeft de Hoge Raad vrijdag bepaald in de zaak van een schizofrene vrouw die weigerde in te stemmen met een behandelplan.

Volgens de Hoge Raad mag een rechter alleen een zogeheten voorwaardelijke machtiging tot behandeling afgeven als de patiënt inziet dat dit noodzakelijk is. Bovendien moet de patiënt zich er bewust van zijn dat hij alsnog wordt opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis als hij zijn medicijnen niet inneemt en zich onttrekt aan controle.

De paranoïde schizofrene vrouw die kampte met een chronische psychose, zag niet in dat zij ziek was en weigerde in te stemmen met een behandeling die kan voorkomen dat ze in een kliniek belandt. Maar over deze patiënte oordeelde de rechtbank in Rotterdam dat ze zich in het verleden wel liet behandelen. Daarom ging de rechter ervan uit dat ze dit ook in de toekomst zal doen, waarmee ze in feite toch met de behandeling instemt.

De Hoge Raad verwierp deze redenering vrijdag, het vertrouwen van de rechter in verdere behandeling mag niet worden gezien als instemming.

Dat de rechter wilsonbekwame schizofrenen niet meer kan dwingen, is een slechte zaak, vindt B. Stavenuiter, voorzitter van Ypsilon, de vereniging voor familieleden van schizofrenen en mensen met een psychose.

Een schizofreen kan volgens hem aan het begin van een behandeling niet goed inschatten of hij ziek is, dus moet een ander dat voor hem doen. Pas als hij door inname van medicijnen is opgeknapt, kan hij zelf oordelen over verdere medicatie.