Aldus Connie Roozen, fiscalist bij de Shipping Group van Ernst & Young, donderdag bij de verschijning van de jaarlijkse almanak. Daarin vergelijkt Ernst & Young de regelgeving in dertig scheepvaart- en registratielanden met elkaar. Volgens Roozen moeten ook de baggersector en daaraan verwante vervoerstakken onder voorwaarden de gelegenheid krijgen om gebruik te maken van de tonnageregeling. Deze maatregel biedt reders de mogelijkheid om belasting te betalen over de nettodagtonnage. Daardoor betalen zij, mits er sprake is van winstgevendheid, veel minder belasting dan normaal.

De tonnageregeling heeft de Nederlandse zeescheepvaart geen windeieren gelegd. De vloot onder de Nederlandse vlag groeide sinds de invoering ervan in 1996 met 50 procent, de werkgelegenheid in de zeescheepvaartsector nam toe met 57 procent en de toegevoegde waarde met 71 procent.

Andere Europese landen hebben dit beleid gekopieerd en ook internationaal is er belangstelling. Dat leidt ertoe dat sinds twee jaar de vloot onder de Nederlandse vlag weer afneemt. De EU heeft inmiddels met het verlenen van indirecte steun aan de scheepvaart ingestemd. In ruil daarvoor moeten de lidstaten wel 60 procent van hun tonnage onder de vlag van een van de lidstaten vervoeren.

Volgens Roozen werken binnen de EU alleen Nederland en Denemarken aan deze richtlijn, die op 1 juni 2005 van kracht zou moeten zijn. Bij de aanpassing van de Nederlandse regels is echter ’vergeten’ om de tonnageregeling te versoepelen, zodat ook achteraf kan worden deelgenomen. Het is niet uitgesloten dat het uitsluitend gebruik van de EU-vlaggen zelfs nadelig zal uitpakken, meent de fiscalist.

Deze week kondigde staatssecretaris Wijn van Financiën aan dat op 1 januari volgend jaar ook schepen die niet in eigendom zijn maar worden ’gemanaged’, onder de tonnageregel zullen vallen. „Daar zijn wij erg blij mee”, reageert Roozen, „maar het is niet genoeg.” Zij hoopt dat het ministerie van die gelegenheid gebruikmaakt om ook andere fiscale wijzigingen door te voeren.