VS trekken handen van strafhof af
De Verenigde Staten zien definitief af van deelname aan het Internationale Strafhof, dat in de loop van 2003 in Den Haag zal worden gevestigd. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, heeft dat zondag bevestigd.
Het totstandkomen van het Internationale Strafhof werd vorige maand onherroepelijk nadat nog eens tien landen het oprichtingsverdrag uit 1998 hadden geratificeerd, waardoor het aantal deelnemers nu op 66 staat. Eerder was overeengekomen dat minimaal zestig landen zouden moeten deelnemen voordat tot oprichting van het internationale tribunaal zou worden overgegaan.
De regering van Bush wil niets van het hof weten. Washington vreest dat Amerikaanse militairen en regeringsvertegenwoordigers het slachtoffer worden van politiek gemotiveerde processen. De vorige president, Bill Clinton, heeft het verdrag ter elfder ure ondertekend, maar de VS hebben het nooit bekrachtigd.
Powell bevestigde zondag dat de Amerikaanse regering komende week Kofi Annan, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, formeel zal meedelen dat de VS het oprichtingsverdrag van het hof niet zullen ondertekenen en zich „niet langer op enige wijze gehouden voelen aan de doelstellingen” ervan.
Powell verklaarde dat de VS wereldleider zijn „in het voor het gerecht brengen van mensen.” Door akkoord te gaan met de oprichting van het Internationale Strafhof zou de kans echter te groot zijn dat Amerikaanse militairen en diplomaten in de beklaagdenbank terecht zullen komen, gaf Powell aan in een interview met de zender ABC.
Bovendien trekken de VS zich terug omdat het tribunaal aan geen enkele autoriteit verantwoording schuldig is en het gezag zou overstijgen van Amerikaanse rechtbanken, aldus Powell.
Philippe Kirsch, de Canadese diplomaat die voorzitter is van de commissie die de komst van het hof voorbereidt, denkt dat het hof kort nadat de landen die het verdrag bekrachtigd hebben begin 2003 een aanklager en de rechters hebben benoemd, operationeel kan worden. Het hof wordt gevestigd in Den Haag.
Voor veel landen en organisaties is de oprichting van het hof een historische mijlpaal, het sluitstuk van een jarenlange campagne om te verzekeren dat de plegers van misdaden tegen de menselijkheid niet straffeloos blijven.
Het hof zal alleen optreden wanneer landen zelf niet bereid of in staat zijn personen te berechten voor zaken als volkerenmoord, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Het heeft geen rechtsmacht over zaken die begaan zijn voor de inwerkingtreding van het verdrag. Het hof kan alleen zaken behandelen die worden aangebracht door een staat die het verdrag heeft ondertekend, door de Veiligheidsraad van de VN of door de aanklager van het hof, die toestemming moet krijgen van een college van drie rechters.